Het budget dat het Rijk beschikbaar wil stellen aan gemeenten voor de decentralisatie van AWBZ-begeleiding is op hoofdlijnen juist berekend.
Op dit moment is het onzeker of de decentralisatie doorgaat vanwege mogelijk uitstel van de wettelijke maatregel. Desondanks publiceert de Algemene Rekenkamer het onderzoek met als motivatie dat de uitkomsten op een later moment kunnen worden benut.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben in 2011 afspraken gemaakt over de berekening van het budget dat gemeenten ontvangen bij de voorgenomen decentralisatie van enkele taken uit de AWBZ. De staatssecretaris heeft berekend dat er in het overgangsjaar 2013 € 722 miljoen aan gemeenten zou worden verstrekt en in 2014 € 2,8 miljard. De Algemene Rekenkamer heeft de berekening getoetst op verzoek van de staatssecretaris van VWS en de VNG. Ook de Tweede Kamer heeft aangedrongen op een toets door een onafhankelijke instantie.
Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer heeft betrekking op de financiële consequenties van de decentralisatie van AWBZ-begeleiding naar gemeenten. Voorbeelden van begeleiding zijn de hulp aan cliënten bij administratieve taken of het organiseren van hun huishouding, de groepsbegeleiding van gehandicapten en de dagbehandeling voor dementerende ouderen.
Gemeenten zouden de nieuwe taken gaan uitvoeren binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning. Volgens het oorspronkelijke voorstel zou de AWBZ-begeleiding in fasen worden overgedragen. Vanaf 2013 zouden gemeenten verantwoordelijk worden voor nieuwe cliënten en voor de cliënten met een herindicatie. Met ingang van 2014 zouden gemeenten verantwoordelijk worden voor de begeleiding van alle cliënten.
Kanttekeningen bij volumegroei en pgb-maatregel
In haar rapport stelt de Algemene Rekenkamer vast dat de staatssecretaris van VWS het over te hevelen bedrag grotendeels conform de afspraken met de VNG heeft berekend. Wel merkt de Algemene Rekenkamer op dat de gehanteerde aannames en gegevens substantiële onzekerheden met zich meebrengen. Een enkele keer is de staatssecretaris van de afspraken afgeweken. In die gevallen is dit volgens de Algemene Rekenkamer om begrijpelijke redenen gedaan.
Eén van de bestuurlijke afspraken is volgens de Algemene Rekenkamer niet duidelijk. Het betreft de afspraak over de jaarlijkse volumegroei van de begeleiding. Omdat dit deel van de overeenkomst niet duidelijk is, kan de Algemene Rekenkamer niet aangeven of de staatssecretaris met het juiste groeipercentage heeft gerekend.
Voorts gaat de staatssecretaris in de berekening ervan uit dat 32% van de gebruikers van een persoonsgebonden budget (pgb) geen gebruik meer zou maken van publiek gefinancierde zorg zodra zij geen recht meer hebben op een pgb (de zogeheten pgb-maatregel). De Algemene Rekenkamer constateert dat de onderliggende onderzoeken niet voldoende zekerheid bieden over deze aanname.
Besluitvorming uitgesteld
In hun reacties op het rapport geven zowel de staatssecretaris van VWS als de VNG aan dat het rapport aanleiding geeft voor nader bestuurlijk overleg tussen hen beiden. Dit overleg vindt plaats zodra er meer duidelijkheid is over de status van het wetsvoorstel. De Tweede Kamer in haar huidige samenstelling zal het wetsvoorstel niet meer behandelen.
In de Voorjaarsnota 2012 heeft het kabinet aangekondigd dat de overdracht van taken naar de gemeenten in elk geval niet meer in 2013 zal plaatsvinden.
Geef een reactie