Drie gemeenten brengen in kaart wat ze moeten doen na het decentraliseren van de ondersteunende begeleiding van de AWBZ naar de Wmo.
Hoeveel inwoners maken gebruik van deze begeleiding, wat houdt dat in en wat betekent het voor deze inwoners als het zou vervallen? Dat zijn de vragen voor de gemeenten De Friese Meren, Littenseradiel en Sudwest-Fryslan. “Deze nulmeting geeft een goed inzicht in de soorten begeleiding die er zijn en in het aantal mensen dat er gebruik van maakt”, zegt wethouder Sjoerd Tolsma van Sudwest-Fryslan.
Het Rijk geeft de taak aan gemeenten, zoals gebruikelijk in combinatie met een zogenoemde efficiencykorting. Het uitgangspunt van de gemeenten is dat hun inwoners in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor hun welvaart en welzijn.
Werkbezoeken
Naast het kwantificeren van de begeleiding waren werkbezoeken vooral bedoeld om een beeld te krijgen van de doelgroep en om van de huidige aanbieders te horen of en hoe zij anticiperen op de overheveling van de begeleiding naar de Wmo. Zijn er mogelijk manieren om het beter te doen dan nu het geval is, was de vervolgvraag. “We hebben een aantal instellingen gevraagd of hun clienten ambassadeur wilden zijn voor het onderdeel begeleiding”, zegt de wethouder. “Daar is enthousiast op gereageerd.”
Geef een reactie