De Raad voor de financiële verhoudingen heeft minister Donner een brief geschreven onder de titel ‘Gevolgen Regeerakkoord voor de financiële verhoudingen’. Gemeente.nu publiceert een deel van die brief:
Het Regeerakkoord staat in het teken van het saneren van de overheidsfinanciën. Door middel van decentralisatie van taken, verantwoordelijkheden en middelen kunnen decentrale overheden bijdragen aan een krachtige, kleine, dienstverlenende en doelmatige overheid zoals het kabinet voor ogen staat.
Voorwaarde is wel dat het Rijk zich daarbij houdt aan het zelf geproclameerde principe “Je gaat erover of niet.” Een duidelijke verdeling van taken voorkomt verrommeling, bestuurlijke drukte, beperkte slagvaardigheid en afwenteling van financiële risico’s. Dat betekent dat het Rijk zich dient te beperken in het stellen van voorwaarden, voorschriften en verantwoordingseisen. De winst van decentralisatie is dan niet alleen de korting op de overgehevelde budgetten maar draagt dan tevens bij aan de inkrimping van het rijksambtenarenapparaat.
Bestuurlijke organisatie
Door voorgenomen grootschalige overheveling van taken dreigt er een discrepantie te ontstaan tussen de taken en de bestuurlijke schaal. Dit leidt tot bestuurlijke en financiële knelpunten bij gemeenten. Aan de minister van Binnenlandse Zaken komt als systeemverantwoordelijke een bijzondere verantwoordelijkheid toe om de gevolgen van de verschillende inhoudelijk gemotiveerde decentralisaties te wegen voor de financieelbestuurlijke verhoudingen op lokaal niveau.
De instelling van een Infrastructuurautoriteit levert geen bijdrage aan het verminderen van bestuurlijke drukte. Het benoemen van projecten als nationaal, regionaal dan wel lokaal en het daaraan koppelen van bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid acht de Raad een eenvoudiger en effectiever alternatief voor het optuigen van additionele bestuurlijke structuren.
Decentrale financiën
Het herstel van de normeringssystematiek acht de Raad een goede zaak. Het biedt decentrale overheden zekerheid en doet recht aan het principe van een evenredige behandeling. Hoewel het herstel van de normeringssystematiek niet leidt tot onredelijke inkomsteneffecten betekent het overigens wel een reële achteruitgang in bestedingskracht van decentrale overheden.
Gemeenten en provincies moeten daarnaast ook rekening houden met specifieke kortingen op de algemene uitkering. Dat betekent weliswaar dat daar ook kosten tegen wegvallen maar de samenloop van de maatregelen beperkt decentrale overheden in hun afwegingsmogelijkheden. Voor provincies werkt ook de korting van 300 miljoen euro vanaf 2010 nog door. Provincies dienen op korte termijn zekerheid krijgen over de structurele nieuwe verdeling van het provinciefonds.
Naast de directe gevolgen voor het gemeente- en provinciefonds worden specifieke uitkeringen gekort of stopgezet. Dit legt een zwaarder beslag op de vrij besteedbare middelen van de decentrale overheden. Voor zover dit een beoogd effect is, worden provincie en gemeenten gedwongen zelf de afweging te maken. Voor een deel lijkt het echter te gaan om onbedoelde neveneffecten waarbij kosten afgewenteld worden op decentrale overheden. Dat is in strijd met de interbestuurlijke verhoudingen.
Al met al staan gemeenten en provincies de komende jaren voor forse bezuinigingsopgaven. Naast het snijden in de eigen organisaties is het echter onvermijdelijk dat burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen te maken krijgen met een verschraling van het voorzieningenaanbod.
Decentrale belastingen
Waar het Regeerakkoord de intentie uitspreekt taken het liefst zo dicht mogelijk bij de burger uit te voeren, acht de Raad het een gemiste kans dat niet principieel gekozen wordt voor een substantieel decentraal belastinggebied. Het op decentraal niveau afwegen van het nut van voorzieningen en het daartegenover staande belastingoffer draagt bij aan het doelmatig en effectief functioneren van de overheid als geheel.
De Raad acht invoering van een vorm van ingezetenenbelasting voor gemeenten onder gelijktijdige verlaging van de algemene uitkering een goede aanvulling op het bestaande belastinggebied. De huidige provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting dienen vervangen te worden door een meer herkenbare belasting die beter aansluit bij het primaire takenpakket van de provincies.
Gemeenten
Het Regeerakkoord voorziet in een forse taakuitbreiding van gemeenten op het terrein van welzijn en zorg. Het is de vraag of het onderbrengen van het brede pakket van zorguitgaven in de algemene uitkering niet tot onevenwichtigheden leidt, waarbij gemeenten onder andere extra gevoelig worden voor economische ontwikkelingen.
Decentralisatie van de jeugdzorg van de provincies naar de gemeenten levert niet zonder meer een doelmatigheidswinst van 300 miljoen euro op. De Raad is evenwel van opvatting dat door aanpassing van de wet- en regelgeving, de procedures en de financieringsstructuur doelmatigheidswinst te behalen valt.
Gemeenten moeten de vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen om daadwerkelijk inhoud te kunnen geven aan een integraal lokaal jeugd- en gezinsbeleid. Dit vraagt ook om een bundeling van de bestaande middelen uit de BDU Jeugd en Gezin. Gelet op de omvang en de complexiteit van dit beleidsterrein valt te verwachten dat veel gemeenten samenwerking zullen moeten zoeken.
De overheveling van de functies dagbesteding en begeleiding naar gemeenten sluit aan bij de bestaande Wmo-taken van gemeenten. Het huidige financieringsarrangement waarbij overschotten op de integratieuitkering Wmo leiden tot een korting op het beschikbare macro-budget, vormt echter een rem op een doelmatige aanwending van middelen door gemeenten. De Raad adviseert daarom een volledige integratie van alle Wmo-middelen in de algemene uitkering zonder allerlei beperkende bepalingen.
De decentralisatie en bundeling van middelen voor een regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt gaan gepaard met een forse korting op de beschikbare budgetten in verband met het beperken van aanspraken van de groep van (nieuwe) rechthebbenden. Dit leidt ertoe dat meer mensen het risico lopen duurzaam afhankelijk te worden van een uitkering. De druk op de bijstand maar ook op andere vormen van gemeentelijke zorg zal groter worden. De gevolgen van de bezuinigingen worden zo deels op de gemeenten afgewenteld.
Geef een reactie