Er is voldoende aanleiding om de verdeelmodellen in het gemeentelijk sociaal domein te herzien. En hoogstwaarschijnlijk moet dat over een paar jaar nog een keer gebeuren. Dat komt uit onderzoek naar de mogelijke tegenstrijdigheden tussen de verdeling van middelen en de uitvoering.
Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft de eindrapportage van bureau Andersson Elffers Felix (AEF) gisteren aan de Tweede Kamer aangeboden. Ze liet kwalitatief onderzoeken hoe de middelen voor gemeenten in het sociaal doemin verdeeld zijn, naar aanleiding van de toezegging van haar voorganger Plasterk om het verdeelmodel te herzien.
De geldstromen van de drie afzonderlijke wetten Jeugdwet, Wmo en Participatiewet zijn gebundeld in de Integratie-uitkering Sociaal domein (IU-SD). De verdeelmodellen in de IU-SD waren de afgelopen jaren een belangrijk onderwerp van gesprek in relatie tot tekorten van gemeenten. In het onderzoek concludeert AEF dat de huidige verdeelmodellen discrepanties bevatten die voldoende aanleiding geven voor herziening.
Vervolgstappen
Het kabinet gaat half mei in overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten over de noodzakelijke vervolgstappen en de gewenste aanpak. De uitkomst daarvan wordt voor komende zomer verwacht. Gezien de transformatie in het sociale domein verwacht AEF dat het nodig is om over een aantal jaar opnieuw de verdeelmodellen te herijken.
Kennisniveau
Ook doet de AEF aanbevelingen om het kennisniveau over verdeelmodellen in gemeenten te verbeteren. In het rapport Zoeken naar balans kunnen gemeenten de eerste stap hiervoor vinden: een beschrijving van alle relevante verdeelmodellen en een inleiding op de financiële verhoudingswet.
Geef een reactie