Persoonlijke verzorging gaat naar de zorgverzekeraars; niet naar gemeenten. Dat is het overlegresultaat tussen VNG en VWS over langdurige zorg en ondersteuning.
De inzet was duidelijk en de taal op de laatste ledenvergadering van de VNG was nog strijdbaar. Gemeenten begrepen niks van het besluit om persoonlijke verzorging uit het decentralisatiepakket te halen en neer te leggen bij de zorgverzekeraars. Ze voelden zich gepasseerd en waren er tegen.
De onderhandelaars van de VNG kregen het mandaat om terug aan tafel bij de staatssecretaris juist die persoonlijke verzorging weer terug te halen naar daar waar het volgens de gemeenten hoort te liggen. Uiteraard was er ook een plan B, maar dat wilde niemand zo noemen. Plan B behelsde harde eisen over herberekening van budgetten en harde toezegging over de waarborging van kwaliteit van de verzorging door de verzekeraars.
Pijnpunt
Het stof is nu neergedaald en de onderhandelaars hebben een voorlopig akkoord. Daarin blijft het pijnpunt voor gemeenten overeind. En ook van harde toezeggingen en herverdeelde budgetten is geen sprake. In een ledenbrief schrijft de VNG dat het bestuur van mening “dat er met deze uitkomsten een maximaal haalbaar pakket aan afspraken ligt”.
Jantine Kriens noemt de afspraken “een goede basis voor zorg en ondersteuning dichtbij onze inwoners.” De gemaakte afspraken zijn echter weinig concreet van aard. “De VNG en Zorgverzekeraars Nederland maken nog nadere afspraken hoe de organisatie in de wijken het beste vorm kan krijgen”, aldus de VNG.
De belangrijke rol van de wijkverpleegkundige is nu wel meer benoemd. “Afgesproken is dat wijkverpleegkundigen niet alleen zorg verlenen maar ook een schakelfunctie gaan vervullen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg en een rol krijgen in de sociale wijkteams. Ook krijgen de wijkteams extra geld om onze inwoners met zorg op maat te bedienen.”
“VWS heeft toegezegd om 7 miljoen voor de implementatie van de sociale wijkteams beschikbaar te stellen in 2014”, zegt woordvoerder Frotina Zuidema van de VNG. “Dit bedrag loopt op tot structureel 50 miljoen in 2017.”
Voor de wijkteams wordt in 2014 een onderzoeksprogramma gestart. Het moet gemeenten helpen bij de implementatie en doorontwikkeling van de teams. “De aansturing zal plaatsvinden vanuit een programmaraad bestaande uit gemeenten en vertegenwoordigers van de Rijksoverheid”, legt Zuidema uit. “Gemeenten worden voor de inhoudelijke aansturing van het programma verantwoordelijk in de rol van mede-opdrachtgever.”
Financiële afspraken
Er een aantal financiële toezeggingen gedaan. Zo krijgen gemeenten incidenteel 200 miljoen euro in 2015 voor een zorgvuldige overgang van cliënten naar de Wmo. Verder ontvangen gemeenten vanaf 2016 200 miljoen structureel voor vernieuwing van maatschappelijke ondersteuning.
“Dat kan worden besteed aan innovatieve nieuwe werkwijze die tevens een efficiencybesparing opleveren maar dat geld kan ook worden besteed om de bezuinigingen op huishoudelijke hulp te verlichten”, zegt de woordvoerder. “Welke keuzes gemeenten daarbij maken is afhankelijk van de lokale situatie.”
Vanaf 2015 wordt ook nog structureel 125 miljoen vrijgespeeld voor inwoners die begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen nodig hebben, te kunnen ondersteunen. Maar waar dit geld precies terecht komt en wie dit op welke manier gaat besteden, is voer voor overleg.
Gemeenten aan zet
De VNG legt nu de uitkomst van het overleg voor aan gemeenten die daar hun zegje over mogen doen. Maar het bestuur van VNG geeft wel een positief advies over de gemaakte afspraken.
Jantine Kriens ziet het positief in: “Op inhoud zijn er nu betere voorwaarden voor de nieuwe Wmo. Wel blijft er nog veel werk te doen, en moet er in de uitvoering nog het nodige gedaan worden. Het blijven substantiële bezuinigen die het kabinet voornemens is door te voeren. Het bestuur van de VNG heeft er vertrouwen in dit vraagstuk samen met het kabinet op te pakken.”
Geef een reactie