Door de overheveling van de AWBZ naar de Wmo zal er tussen gemeenten een hevige discussie over de budgetten oplaaien.
Dat is een van de conclusies uit het rapport ‘Stilte voor de Storm’ van adviesbureau Gupta Strategists over de prestaties van de ouderenzorg.
Als in 2014 de AWBZ-functie persoonlijke verzorging onder de hoede van de gemeenten komt, zal een discussie losbarsten over de regionale verdeling van het Wmo-budget. Onderzoeker Jurre de Bruin legt uit: ‘Op dit moment bestaat een sterke variatie tussen gemeenten in de hoeveelheid zorg die wordt geleverd die niet in lijn is met wat je zou verwachten op basis van demografische kenmerken. Ik noem bijvoorbeeld een regio als Twente waar het zorgbudget veertig procent hoger ligt dan wat je zou verwachten aan de hand van demografische gegevens.’ Verdeling op historische gronden zal volgens Jurre op weerstand stuiten bij gemeenten met een relatief laag zorggebruik, terwijl verdeling op inwonerkenmerken voor gemeenten met een hoog zorggebruik sterk negatief zal uitpakken. ‘Het doet denken aan de tijd dat de huishoudelijke hulp naar de Wmo overging. Toen brak een debat los over de verdeelsleutel.’
Er zullen volgens de onderzoekers nog meer budgetdiscussies ontstaan. Zo zullen gemeenten en aanbieders in het grensgebied tussen romp-AWBZ en Wmo afwentelgedrag gaan vertonen. ‘Dat komt omdat veel grenzen niet duidelijk zijn. Zo is er een groep mensen die thuis woont en onder de categorie zware zorg valt’, zegt Jurre. ‘Bijvoorbeeld mensen met een zware vorm van dementie. Vallen deze mensen onder de romp-AWBZ omdat ze zware zorg nodig hebben, of horen zij bij de gemeenten omdat ze thuis wonen? Het gaat om een substantieel bedrag van 600 miljoen euro voor deze doelgroep.’
Gupta Strategists noemt ook een aantal oplossingen in het rapport. Zo zou een samenwerking tussen gemeenten en zorgkantoren in een coöperatievorm uitkomst kunnen bieden voor verschillende problemen. ‘We denken hier vooral aan als oplossing voor de hoge uitvoeringskosten van de Wmo. Het is een publiek geheim dat de AWBZ wordt uitgevoerd met 1,5 procent uitvoeringskosten terwijl de uitvoeringskosten in de Wmo door al die verschillende gemeenten tien procent bedragen. Dat gaat wederom om veel gemeenschapsgeld. Een oplossing hiervoor zou het overdragen van sommige taken aan het zorgkantoor zijn, waardoor er minder gemeenteambtenaren nodig zijn.’
Ten slotte vindt Jurre het belangrijk om erop te wijzen dat voor het eerst in de geschiedenis van de AWBZ er een tijd van krimp aankomt. ‘In veertig jaar is het budget in de AWBZ nooit minder geworden. Dat gaat nu voor het eerst wel gebeuren en dat vraagt een andere mentaliteit van aanbieders. Gelukkig is het een gezonde sector die het de afgelopen jaren goed heeft gedaan.’
Geef een reactie