Hoe indiceert de wijkverpleegkundige in 2015?
Beroepsorganisatie Verplegenden en Verzorgenden Nederland (V&VN) heeft de normen voor indicatiestelling opgesteld.
Per 1 januari 2015 maakt extramurale verpleging en verzorging onderdeel uit van de Zorgverzekeringswet. Wijkverpleegkundigen gaan zelf de indicatiestelling voor zorg doen. V&VN heeft een indicatie instrument opgesteld. Het geeft inzicht in hoe wijkverpleegkundigen indiceren. De normen stellen ook vast waar verpleegkundigen aan moeten voldoen als zij “de zorg voor de cliënt in eigen omgeving” indiceren en organiseren.
Vakblad Zorg+Welzijn zet de zes pijlers voor indiceren op een rij:
1. Autonomie
De professionele autonomie is de basis voor indiceren en organiseren van zorg. De wijkverpleegkundige kan zelfstandig beslissen wat voor de cliënt het beste is en heeft het vertrouwen van de organisatie waarvoor ze werkt. Ze heeft de kennis in huis waardoor ze weet wat ze doet. Ze weet waar ze kan afwijken van de richtlijnen, maar ze weet ook wat buiten de grenzen van haar vakgebied ligt.
2. Competentie
Alleen verpleegkundigen die zijn afgestudeerd als bachelor of master kunnen indiceren. Zij hebben de noodzakelijke competenties. Naast zorginhoudelijke kennis, moet de verpleegkundige ook een goede kennis van de sociale kaart
en de wet- en regelgeving hebben.
3. Eigen regie
Indiceren en organiseren van zorg is gericht op versterking van de eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten hun netwerk. Op die manier wordt zorg maatschappelijk verantwoord uitgevoerd. Bij het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid staan deze vragen centraal: Wat wilt u, wat zijn uw persoonlijke doelen? Welke problemen heeft u daarbij? Hoe komt dat en wat kunt u zelf doen? Wat kan de mantelzorg/familie/sociale steunsysteem doen? Wat kan de (wijk)verpleegkundige doen?
4. Proces
Indicatie en de organisatie van de zorg moeten niet meer los van de zorguitvoering worden gezien. Ze zijn onderdeel van het verpleegproces. Dit proces bestaat uit vraagverheldering, diagnose, planning van resultaten en interventies, organisatie, uitvoer en evaluatie van zorg.
5. Verslaglegging
Goede verslaglegging is van belang voor het vaststellen, verlenen, voortzetten, evalueren, overdragen en controleren van de zorg. De verslaglegging moet daarom voldoen aan de V&VN richtlijn. Daarin staat omschreven wat het doel en de onderdelen van verslaglegging zijn.
6. Overdracht
In de toekomst zullen veel indicatieaanvragen van mensen komen die in het ziekenhuis zijn behandeld. Het is daarom belangrijk om goed over te dragen. De verpleegkundige overdracht voldoet aan de V&VN standaard: informatie over maximaal 27 items in combinatie met een “warme overdracht” als dat noodzakelijk is.
Geef een reactie