Een wapenstok en pepperspray in de uitrusting van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) wordt een reële optie. De boa vakbonden hebben afgesproken met minister Grapperhaus en de politie dat er een nieuwe landelijke regeling voor boa’s komt.
Op basis van deze regelgeving kunnen handhavende boa’s worden uitgerust met de geweldsmiddelen pepperspray en wapenstok, met een verdedigingsinstructie. Nu mag dit alleen in uitzonderingssituaties. Verder worden harde afspraken gemaakt met de politie over samenwerking, back-up en informatiedeling. De Nederlandse BOA Bond (NBB)en BOA ACP beschouwen de afspraken, die dit najaar op hoofdlijnen verder worden uitgewerkt, als een belangrijke doorbraak.
‘Maar we zijn er nog niet. De afspraken moeten worden uitgewerkt in wet- en regelgeving. Dat moet uiteraard precies gebeuren maar mag niet oneindig lang duren, want iedere dag kunnen boa’s gewond raken. Om druk op de ketel te houden gaan we het land in om alle boa’s te informeren en organiseren,’ aldus Ruud Kuin van de NBB.
Nieuwe regels
In een aparte regeling wordt vastgelegd wanneer en met welk doel de optionele geweldsmiddelen kunnen worden ingezet. Die regeling moet voor meer gelijkheid en duidelijkheid zorgen over optionele bewapening. Het is nu wel mogelijk voor sommige boa’s om meer middelen in de uitrusting te krijgen. Daarvoor moet de gemeente een aanvraag indienen, die in de praktijk vaak blijkt te worden afgewezen. Daarom wordt door onder meer de boa-bonden al langer om ‘beter gereedschap’ voor boa’s en handhavers gevraagd.
Vorige maand zaten de boa-bonden om de tafel met het ministerie van Justitie en Veiligheid en de politie. Er is afgesproken dat er een breed pakket aan maatregelen moet komen ‘voor de verbetering van de veiligheid van boa’s in de openbare ruimte en duurzame samenwerking met de politie’. Op dit moment zijn de beleidsregels opgenomen in de Politiewet. Met de nieuwe, specifieke regels worden rollen en verantwoordelijkheden van boa’s duidelijker geformuleerd en vastgelegd. Bij volgende gesprekken sluit ook de VNG namens gemeenten aan.
Het lijkt erop dat hiermee ook een aantal doelen van het BOA-platform zijn behaald. Het platform pleitte voor ‘landelijke regelgeving, die niet belemmerend werkt, om boa’s goed te laten functioneren. Maar vooral ook goede samenwerking met én steun van de politie.’
Geweldsmonopolie
Ook Politievakbond ACP is tevreden over het tot nu behaalde resultaat. ‘Zowel de politie als boa’s moeten meer duidelijkheid krijgen over hun werkzaamheden en de samenwerking. Verduidelijking over de uitrusting en bewapening van de boa speelt hierbij een belangrijke rol. Wij moeten immers samenwerken aan het vergroten van de veiligheid. Wel is daarbij duidelijk afgesproken dat de politie het geweldsmonopolie behoudt. De politie heeft de bevoegdheid om geweld toe te passen, de boa’s moeten zich kunnen verdedigen,’ aldus ACP-voorzitter Gerrit van de Kamp.
Dat geweldsmonopolie was een belangrijk discussiepunt, vooral voor de politie. Maar omdat duidelijk is afgesproken dat de geweldsmiddelen ter verdediging gebruikt worden, zijn de partijen het erover eens geworden dat dit geen inbreuk maakt op het geweldsmonopolie. ‘Boa’s moeten kunnen beschikken over die middelen die nodig zijn voor de taakuitvoering en deze ook kunnen gebruiken om zichzelf te beschermen tegen (dreigend) lichamelijk letsel,’ aldus de gezamenlijke verklaring (pdf).
Als de #Boa’s #taken #overnemen, die vroeger door de Politie werden uitgevoerd,dan lijkt het mij logisch om hen voor die taken volledig uit te rusten. Vroeger moesten zij bij problemen de politie bellen!! Dat is toch een hoogst merkwaardige opvatting…
— Pieter v Vollenhoven (@PietervVol) October 21, 2019
Geef een reactie