De bewapening van boa’s blijft de gemoederen bezighouden. Hoewel de regels zijn aangepast en de eerste pilots houvast bieden, is er nog altijd meer discussie dan duidelijkheid. Zo ook tijdens de Dag van de Boa.
Al jaren leeft de wens om buitengewoon opsporingsambtenaren op bepaalde terreinen weer eenvoudiger uit te rusten met middelen om zich te verdedigen tegen geweld. De roep hierom vanuit de vakbonden werd vanaf 2019 steeds luider. Eind dat jaar spraken ze met toenmalig minister van Veiligheid Grapperhaus af dat er een regeling kwam voor optionele bewapening.
Na steeds nieuwe overleggen, voorstellen en demonstraties is in juli 2022 de kogel door de kerk. Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid past de beleidsregels aan, om de aanvraag makkelijker te maken. Zo hoeft de werkgever, de gemeente, niet meer aan te tonen dat sprake is van een toename van het aantal geweldsincidenten tegen de betreffende boa.
Blijft hangen
De minister is en blijft degene die de aanvraag goed- of afkeurt, maar de doorslaggevende stem ligt in feite bij het lokale gezag van de burgemeester, het openbaar ministerie en de politie. Het leek de bekroning van een jarenlange lobby, maar al snel klinkt er gemopper bij de vakbonden dat de bewapening van boa’s blijft hangen bij de gemeenten, omdat politie en justitie zouden dwarsliggen.
Steeds lastiger
Voorzitter van het Veiligheidsberaad en burgemeester van Nijmegen Hubert Bruls zei op de Dag van de Boa eind vorige maand: ‘Boa’s zijn een aanvulling op de politie, ze krijgen steeds meer taken en gaan steeds meer professionaliseren.’ Wat dat betreft wordt het volgens hem alsmaar lastiger.
‘De vakbonden blijven steeds maar met de minister overleggen, maar boa’s zijn niet in dienst daar, maar bij gemeenten. Waar bemoeit die minister zich mee zou je kunnen zeggen.’ Hij snapt wel dat om de positie van boa’s te versterken, er op sommige punten landelijk één lijn moet worden getrokken zoals met het uniform.
‘Maar er is heel bewust gekozen voor een lokale invulling, omdat er heel veel verschil is tussen gemeenten welke taken en bevoegdheden nodig zijn. Dat zie je ook terug in de discussie over bewapening. Belangrijke vraag is, waar is de boa voor in dienst genomen?’
Domein 1
De Boa-functies zijn onderverdeeld in ‘domeinen’. Domein 1-boa’s beschikken na de benodigde training over geweldsbevoegdheid, maar dus niet standaard over geweldsmiddelen, zoals een wapenstok of pepperspray. Criteria die hierbij meewegen zijn nacht- of alcoholcontroles, of je in de binnenstad of een rustig gebied werkt, in een grote of kleine gemeente, en er veel of weinig overlast van jeugd op straat is. Gemeenten kunnen boa’s met bepaalde taken de geweldsmiddelen toekennen.
Verduidelijking
Begin december stuurt minister Yeşilgöz een brief naar alle burgemeesters van gemeenten met boa’s in Domein I. Ze stelt vast dat de beleidswijzigingen per 1 juli en de wijze van toepassing ervan tot onduidelijkheid hebben geleid. ‘Een aantal van u heeft de beoogde versterkte rol van het lokale gezag in de praktijk nog niet ervaren,’ schrijft de minister. In de brief geeft ze extra verduidelijking en uitleg ‘van hetgeen dat is beoogd’. Yeşilgöz vertrouwt erop dat daarmee de gewenste duidelijkheid is verschaft. ‘En ik reken erop dat in goed en constructief overleg tussen u en de overige veiligheidspartners tot voldragen aanvragen kan worden gekomen.’
Pilot wapenstok
Tijdens de Dag van de Boa blijkt de pilot met de wapenstok de gemoederen flink bezig te houden. De proef werd in tien gemeenten uitgevoerd en daarna geëvalueerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Het Ockham Institute for Policy Support onderzocht de resultaten van de pilot. Centrale vraag van de evaluatie: hoe kan uitrusting met de korte wapenstok bijdragen aan veiligheid van boa’s in de uitvoering van hun taak?
Onderzoeker Gert-Jan Lindeboom, van het Plato-Ockham IPS onderzoeksteam bij PLATO, Universiteit Leiden, schetst voor een zaal vol boa’s hoe ingewikkeld de kwestie ligt, nog steeds: ‘Sinds juli 2022 kan iedereen in theorie een wapenstok aanvragen. Maar in de praktijk niet,’ steekt hij van wal. Lindeboom houdt zijn toehoorders tevens een juridische vraag voor: ‘Is het gebruik van de korte wapenstok door een bevoegde boa als verdedigingsmiddel wettelijk toegestaan?’
Het bijzondere is volgens de onderzoeker dat de wapenstok in de wet als geweldsmiddel omschreven staat ter ondersteuning van de taak van boa’s. Maar niet als verdedigingsmiddel. Dus strikt genomen, zegt hij, is een wapenstok ter verdediging niet toegestaan. De geleerde noemt het ‘een schimmige situatie met veel haken en ogen’.
Uitkomsten
Uit de pilot komen een paar belangrijke conclusies. Gedurende de pilot waren er in alle tien gemeenten in totaal 59 meldingen waar een wapenstok werd ingezet. Meestal om te dreigen, maar in 21 gevallen werden daadwerkelijk tikken uitgedeeld. Het verdedigend gebruik heeft verder geen vragen opgeroepen. Dreigen blijkt dus meestal al voldoende. Maar wat als er géén wapenstok zou zijn geweest voor dat doeleinde? Die vergelijking ontbreekt, dat weten we niet.
Er is volgens Lindeboom vaak twijfel of boa’s een wapenstok moeten dragen omdat er angst is dat ze zich dan anders gaan gedragen. Haantjes- en cowboygedrag. Op dit moment zijn er twee gevallen in onderzoek in verband met onnodig gebruik van de wapenstok bij een aanhouding. Niet is gebleken dat het dragen van de wapenstok negatief gedrag onder het publiek op straat losmaakt. Beperkte inzet lijkt volgens de evaluatie slechts tot beperkte reactie te leiden.
Veiligheidsgevoel
Opvallend is dat de wapenstok voor boa’s zelf niet bijdraagt aan hun veiligheidsgevoel, aldus het onderzoek, terwijl het daar allemaal om is begonnen. Amsterdamse boa’s in de zaal op de Dag van de Boa willen dat beeld nuanceren. Ze vertellen dat er door het publiek werd ‘gescand’: wie heeft de stok en wie niet. ‘Met stok bleven ze uit de buurt, zonder rottigheid.’ Er wordt inderdaad gekeken naar wat boa’s aan hun koppelriem hebben hangen, beaamt de zaal.
De Amsterdamse boa’s benadrukken dat de wapenstok echt kan helpen in het uitvoeren van hun taak. ‘Wij moeten geen taken van de politie overnemen, maar soms weet je niet wat je aantreft. Zo was er een melding vanuit de Alcoholwet over overlast, dus die was voor ons. Bij aankomst bleek het ineens te gaan om een groep hooligans van 25 man, er waren er een paar bijgekomen. Als die ineens tegenover je staan kun je niet gaan wachten op versterking van de politie, maar moet je je kunnen verdedigen.’
Agressie en geweld
Amsterdam deed na de pilot onderzoek onder alle 443 boa’s werkzaam binnen domein 1. Daaruit blijkt dat het merendeel in het afgelopen jaar te maken heeft gehad met verbaal dan wel fysiek geweld of agressie tijdens het werk. Boa’s zeggen ook in dit onderzoek te verwachten zich veiliger te voelen door een korte wapenstok. En dat de uitrusting vaker tot de-escalatie zal leiden.
De hoofdstedelijke bijzondere opsporingsambtenaren krijgen in het centrumgebied relatief vaak te maken met agressie en geweld. ‘Er zijn problemen door de toeristische drukte en er is nog altijd een tekort aan politiecapaciteit, waardoor boa’s in risicovolle situaties minder vaak dan wenselijk kunnen terugvallen op collega’s van de politie,’ schrijft het college in een brief aan de gemeenteraad.
Aanvraag
Daarom dienen ze bij het ministerie van JenV een aanvraag in voor het tijdelijk gebruik van de korte wapenstok in het centrum. ‘Daarmee wordt voor een afgebakende periode van twee jaar, in een afgebakend gebied een afgebakende groep boa’s uitgerust met de korte wapenstok.’
Aan de hand van de uitkomsten van de evaluatie bepaalt het college of het gebruik van de korte wapenstok langer noodzakelijk is. Omdat de aanvraagprocedure en de benodigde opleiding voor de boa’s ‘enige tijd’ in beslag nemen, verwacht Amsterdam dat de wapenstok pas in het najaar van 2023 gebruikt kan worden.
Boa’s over de wapenstok
Tijdens het plenaire programma op de Dag van de Boa werd volop door boa’s gesproken over de wapenstok. Gemeente.nu tekende onder meer de volgende reacties op.
‘Sinds ik een wapenstok heb, heb ik geen geweld meer meegemaakt, daarvoor had ik altijd last. Als ze zien dat je een stok of handboeien hebt, gaan ze je uit de weg’.
‘Ik word totaal niet anders benaderd met een wapenstok dan zonder.’
‘Ze denken dat we geen bevoegdheden hebben, omdat we geen wapenstok meer hebben.’
‘Ik liep tien jaar met een stok, die raakte ik kwijt door de pilot. Door de nieuwe regels is hij niet meer aan te vragen. Ik ben maar in mijn eentje en het is niet meer haalbaar.’
‘Wij boa’s willen een wapenstok, maar het bestuur niet, of de driehoek werkt tegen, dus geen aanvraag.’
‘Ik heb hem drie maanden gehad voor de proef, daarna weer in de kast, het was niet echt nodig. Maar het had zeker bij de jeugd wel effect op wat je uitstraalt, wat hangt er aan je riem?’
Mishandeld om een boete
Ook aanwezig op de boa-dag is de Bredase Joey, die we drie jaar geleden al spraken over bewapening. ‘Op boa’s inslaan of inrijden, we maken het allemaal mee,’ zei hij destijds. ‘Vooral in horecanachten en bij confrontaties met de jeugd, maar ook als een auto verkeerd staat geparkeerd op de stoep. Als puntje bij paaltje komt helpen de bodycam, portofoon of handboeien niet meer. Daarvoor heb je toch ter verdediging bijvoorbeeld een wapenstok en pepperspray nodig. Waar we ook voor getraind zijn.’
Drie jaar later denkt hij er niet veel anders over: boa’s hebben bij bepaalde taken een wapenstok nodig. ‘Ik ben als boa twee keer mishandeld en dat ging beide keren over een parkeerboete.’ Zelf is hij nu lid van het Ondermijningsteam, daar heeft hij geen wapenstok en dat is volgens hem ook niet altijd nodig. ‘Bij een integrale controle bijvoorbeeld stemmen we af met de politie en gaan zij mee ter ondersteuning.’
Eric says
Voorzienbaar is dat de discussie over – en de toekenning van – de wapenstok de opmaat is naar nog meer middelen. Dit omdat ook een wapenstok voor bepaalde situaties tekort zal schieten. De toegenomen aantallen boa’s en hun toenemende taken zijn een direct gevolg van de capaciteitstekorten bij de politie.
De vlucht naar voren zou de terugkeer van de gemeentepolitie kunnen zijn. De burgemeesters zouden deze optie serieus moeten onderzoeken en bepleiten. Na opleiding van de huidige boa’s tot ambtenaar van politie wordt de discussie over de middelen beëindigd.