Er is in Nederland een „wildgroei” ontstaan van ambtenaren die mogen handhaven en zelfs straffen. Dat vraagt om een betere bescherming van burgers, concludeert een werkgroep van wetenschappers en rechters.
De bestuursrechter moet vooraf de inzet van deze handhavers kunnen toetsen, vindt de werkgroep. De Raad voor de Rechtspraak heeft de onderzoeksbevindingen van de wetenschappers donderdag gepubliceerd.
Preventief fouilleren, toezicht door huisbezoeken, het weigeren van vergunningen. Bestuursorganen zoals gemeenten krijgen steeds meer bevoegdheden die soms diep ingrijpen in de grondrechten van burgers, stellen de onderzoekers vast. Een toetsing vooraf op het inperken van die rechten door een onafhankelijke rechter is dan op zijn plaats, menen de wetenschappers en rechters. „Vergelijk het ook met het strafrecht waarin de rechter-commissaris en de Raadkamer al tijdens het opsporingsonderzoek zorgen voor die toetsing.”
Het bestuursrecht kent nu echter voornamelijk toetsing van de handhaving en het opleggen van de straffen achteraf. Dat vinden de onderzoekers onvoldoende, nu bestuurders steeds meer mogelijkheden krijgen om zelf ingrijpende sancties op te leggen.
Geef een reactie