Een georganiseerde vuurwerkshow en vuurwerkvrije zones: het zou bijdragen aan minder schade en slachtoffers. Toch zijn maar acht gemeenten van plan deze jaarwisseling zo’n centrale show te organiseren.
Al een tijdje wordt de discussie gevoerd hoe de overlast en vooral het aantal slachtoffers tijdens oudejaarsavond kan worden terug gedrongen en of en hoe een (gedeeltelijk) verbod op vuurwerk en centrale vuurwerkshows daartoe zouden kunnen bijdragen. De Stichting Maatschappij en Veiligheid deed een oproep aan gemeentes om speciale shows te organiseren waarbij professionals het vuurwerk afsteken, in combinatie met vuurwerkvrije zones. Volgens hen zou dat namelijk tot minder schade en minder slachtoffers leiden, onder andere omdat het risico op onzorgvuldig afgestoken vuurwerk zo wordt beperkt. Naar nu blijkt uit een rondgang van de NOS hebben maar acht gemeenten (van de 273 gemeenten die vragen van de NOS beantwoordden) zo’n evenement gepland.
Daaronder zijn de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en steden als Apeldoorn, Hilversum en Zoetermeer. En in Rotterdam wordt er zelfs eerder op de avond eentje speciaal voor kinderen georganiseerd. In Zaltbommel organiseren bewoners zelf zo’n show en in Ten Boer (Groningen) betaalt de gemeente mee aan een show die op haar initiatief door een vereniging wordt georganiseerd.
Vuurwerkvrije zones
Gemeenten zijn over het algemeen wel positiever over het instellen van vuurwerkvrije zones. Daarbij is het verboden om rondom bepaalde plekken, zoals verzorgingstehuizen, een kinderboerderij of in de buurt van huizen met een rieten dak, vuurwerk af te steken. Een op de vijf gemeenten stelt dit in en dat is ongeveer net zoveel als vorig jaar.
Gemeente Den Haag gaat daarbij nog een stapje verder en houdt tijdens de jaarwisseling een proef met vrijwillige vuurwerkvrijezones in stadsdeel Scheveningen. Buurtbewoners kunnen zelf, dus naast de plekken die de gemeente voorschrijft, hun straat of pleintje vuurwerkvrij verklaren en daarop toe zien. Het idee komt voort uit een enquête die de stad deze zomer hield onder 13.500 bewoners. Een meerderheid van hen (64 procent) was positief over het instellen van deze zones. Een kleiner, maar nog steeds aanzienlijk deel van de ondervraagden, denkt hierover afspraken te kunnen maken met andere buurtbewoners.
Uit de resultaten kwam ook naar voren dat er veel bewoners zijn die hechten aan het zelf afsteken van vuurwerk, een andere groep juist veel minder. Volgens het onderzoek zouden dit soort zones alleen kans van slagen hebben als dit gebied wordt beperkt tot een straat een pleintje of speeltuin. Als de proef slaagt, wil de gemeente volgend jaar ook afspraken maken in andere buurten.
Bewonersinitiatieven
Ook andere gemeenten, zoals Bloemendaal en Brummen, betrekken bewoners steeds vaker bij hun plannen. Zo verzamelde Enschede, waar in 2000 de vuurwerkramp voltrok, via het platform Stadsdialoog, 34 ideeën die met behulp van subsidies worden uitgewerkt. Denk aan een scholenproject voor betere voorlichting en vrijwillige vuurwerkvrije zones.
Andere resultaten uit de rondgang van NOS
- Vuurwerk mag nu tussen zes uur avonds en twee uur ‘ochtends worden afgestoken. De meeste gemeenten (90 procent) vinden dat een prima tijdsvak. Zo’n 6 procent (vijftien gemeenten) zou liever een beperkter tijdsvak zien, met minder tijd om vuurwerk af te steken. Zo zou Zoetermeer bijvoorbeeld graag een beperkt tijdvak rond middernacht instellen voor een rustiger verloop, omdat dit uit evaluaties het geval blijkt.
- Veel gemeenten geven aan dat de overlast door knalvuurwerk voor zes uur ’s avonds plaatsvindt.
- Er zijn ook vijftien gemeenten die het liefst zien dat consumentenvuurwerk door een landelijke regeling verboden wordt. Zoals de burgemeester Hellegers van Uden die twee basisscholen in zijn gemeente zag afbranden. En ook Alkmaar, waar een vuurwerkbrand plaatsvond, is voorstander.
Geef een reactie