Bij het opleggen van een gedragsaanwijzing vanuit de Wet aanpak woonoverlast, is maatwerk nodig. Er komt veel bij kijken, zoals goede voorbereiding en een gedegen dossieropbouw. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) zette de ‘do’s en don’ts’ op een rij.
De gedragsaanwijzing kan sinds 1 juli 2017 door gemeenten worden ingezet. Of meer precies, de Wet aanpak woonoverlast regelt voor burgemeesters sindsdien de mogelijkheid een specifieke, bestuursrechtelijke gedragsaanwijzing te geven aan overlastveroorzakers. Dat kunnen zowel huurders zijn als eigenaren van koopwoningen. Het is een soort laatste redmiddel ‘als de overlast redelijkerwijs niet op een andere geschikte wijze kan worden tegengegaan’.
Maatwerk vereist
Naast een gedegen voorbereiding vergt het opleggen van de maatregel uiteraard handhaafbare aanwijzingen, opgesteld in samenwerking met betrokken partners, aldus het CCV. Volgens de veiligheidsorganisatie is per definitie maatwerk geboden. Maar ook daarbij kunnen nuttige lessen uit de praktijk worden getrokken, vandaar de handreiking Do’s en don’ts Wet aanpak woonoverlast.
De handreiking staat vol concrete tips, geformuleerd op basis van een ‘overlastlab’. Hierin deelden experts uit de gemeenten Almere, Breda, de Bilt, Den Haag, Dordrecht, Ede, Hoogeveen, Leeuwarden, Papendrecht, Rotterdam, Schiedam en het Zorg- en Veiligheidshuis Twente hun ervaringen.
Onderliggende problematiek
Door vooraf te onderzoeken waarom iemand overlast veroorzaakt en hoe het gedrag te beïnvloeden is, worden de kansen op naleving van de aanwijzing en daarmee het succes vergroot. Zo heeft een deel van de overlastgevers ook andere problemen. Denk aan onderliggende problematiek als psychische aandoeningen, verslaving of een verstandelijke beperking. Dit kan een belangrijke rol spelen in het veroorzaken van de overlast, maar ook bij het kunnen naleven van een gedragsaanwijzing.
Wat in veel tips doorschemert, is dat gemeenten duidelijk en ferm moeten zijn. ‘Gebruik niet te ambtelijke taal,’ bijvoorbeeld. En: ‘Als je waarschuwt, moet je ook doorpakken. Dreig je bijvoorbeeld met een huisverbod, dan moet je ook doorzetten en het huisverbod opleggen.’ Een huisverbod geldt overigens als de meest vergaande gedragsaanwijzing. Daarna komen voor de gemeente andere instrumenten in zicht, zoals sluiting van de woning.
Meer informatie
Er zijn inmiddels veel voorbeelden van waarschuwingen, vrijwillige gedragsaanwijzingen en opgelegde gedragsaanwijzingen, zoals tijdelijk huisverboden. Het CCV maakte hiervoor ook een aparte site, waar tevens praktijkvoorbeelden te vinden zijn.
Geef een reactie