“Onder problematische 12-minners blijkt een bovengemiddelde groep kinderen van Marokkaanse afkomst”, staat in een publicatie over de aanpak van jonge criminelen. De handreiking is dan ook vooral bedoeld om de overlast van deze groep te beperken.
Uit onderzoek blijkt dat probleemgedrag op jonge leeftijd
vaak leidt tot criminaliteit op latere leeftijd. De bedoeling is dit gedrag te
voorkomen en de handreiking, geschreven door onderzoeksbureau DSP-groep, geeft voorbeelden
van de aanpak door verschillende gemeenten.
Die aanpak is nodig, want uit cijfers van de politie blijkt dat ook de groep kinderen die niet ouder zijn dan twaalf jaar zich schuldig maakt aan ernstige delicten, zoals straatroof of geweldpleging. Vaak in groepen; soms in opdracht van oudere broers. En kindermisdaad valt niet onder het strafrecht. Dit gedrag
is juridisch gezien geen wetsovertreding. Toch moeten gemeenten wat doen aan de overlast, maar wat en hoe?
Het begint met een praktijkvoorbeeld. “De politie in een
gemeente signaleert dat er steeds vaker Marokkaans-Nederlandse jongens van 8
tot 10 jaar in kleine groepjes tot elf uur ’s avonds zonder toezicht van ouders
op straat spelen. Ze hangen rond en maken lawaai. De politie heeft navraag gedaan
over de jongens op school, maar daar doen de meesten het goed. Buurtbewoners
klagen, ook omdat de jongens hondsbrutaal reageren als ze aangesproken worden.
Er is geen sprake van vernielingen. Wat nu?”
Centrum voor Jeugd en Gezin
De DSP-Groep adviseert de gemeentelijke centra voor Jeugd en
Gezin om in kaart te brengen welke culturele verschillen van belang zijn voor
de hulpverlening. Verder is het belangrijk de hulp zo in te richten dat ouders
worden betrokken bij de oplossing. Vaak moet de school van de kinderen ook
worden betrokken bij de hulp, omdat bijvoorbeeld bekend is dat een
lees-achterstand bij kinderen volgens onderzoek een risicofactor is voor probleemgedrag.
In Den Bosch zijn de scholen gebombardeerd tot het
signaleringspunt voor de problemen van kinderen. Docenten krijgen een training, ook
om te leren hoe de ouders het beste bij de opvoeding van hun kinderen kunnen
worden betrokken. Daarnaast is voor- en vroegschoolse educatie een middel om
kinderen op het rechte pad te houden, en sport-zorg projecten werpen hun
vruchten af.
In Den Bosch vormen de gemeente, de scholen en gezinnen een
driehoek om de overlast te voorkomen. De scholen hebben een zorgteam met een
begeleider, een sociaal verpleegkundige, een schoolmaatschappelijk werker en
een opvoeddeskundige. De leden van een dergelijk team komen regelmatig bij
elkaar om te praten over probleemgevallen. De gemeente organiseert een aantal trainingen
voor de teams. Als het nodig is, worden kindcoaches ingezet.
Breda
Dat de kinderen en hun ouders niet altijd willen meewerken
aan de goedbedoelde hulp is bekend. In Breda, bijvoorbeeld . “Steeds vaker
ontving de Jeugdreclassering in de gemeente signalen over kinderen met
probleemgedrag van 10-12 jaar, waaronder Marokkaans-Nederlandse kinderen. Ze
zijn door probleemgedrag in aanraking gekomen met de politie of dreigen hiermee
in aanraking te komen. Deze groep jongeren is niet te bereiken is door de
reguliere hulpverlening.”
De oplossing? In Breda voeren hulpverleners het zogeheten preventieve
casusoverleg. Het doel is probleemgedrag al vroeg te signaleren. Bij het
vermoeden dat een kind van het pad dreigt te raken, brengen twee hulpverleners een
onaangekondigd huisbezoek.
“Indien het gezin het hulpaanbod weigert, zal een medewerker
een verzoek tot het starten van een civiel onderzoek indienen bij de Raad voor de
Kinderbescherming om tot een gedwongen maatregel te komen.” De medewerkers horen
bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. De financiering wordt gedeeld door het
ministerie van Binnenlandse Zaken en de gemeente.
Openbare orde
Een burgemeester heeft meerdere opties wanneer een kind de openbare
orde ernstig verstoort:
- De minderjarige een gebiedsverbod opleggen voor een bepaalde
periode. - De minderjarige verbieden zich gedurende een bepaalde
periode tussen 8 uur ‘s avonds en 6 uur ’s ochtends op voor het publiek
toegankelijke plaatsen te bevinden. - Een of twee meerderjarigen aanwijzen, naast de ouders of
voogd, om de minderjarige te begeleiden. - De kinderbijslag opschorten wanneer ouders zich niet aan de
aanwijzingen van een gezinsvoogd houden. - De ouders het bevel geven hun kinderen niet onbegeleid de
straat op te gaan, wat een strafbaar feit wordt als zijn dit bevel negeren.
Voor minder zware problemen worden straatcoaches aangeraden.
Ook uit een eerste evaluatie van de inzet van straatcoaches in Almere wordt
voorzichtig geconcludeerd dat hun werk een positief effect op de overlast heeft
gehad. Het aantal meldingen over jeugdoverlast daalde in 2010 met 33 procent
ten opzichte van het jaar daarvoor. De buurtbewoners zijn over het algemeen
positief.
Uit deze evaluatie komen al drie aanbevelingen voort:
- Maak een flexibelere inzet mogelijk;
- De coaches moeten hun signaleringen vaker doorgeven aan
andere instanties; -
Er moet een rapportagesysteem komen dat voor alle toezichthouders en
hulpverleners te gebruiken is.
De publicatie van de DSP-groep (PDF) komt voort uit interviews met bestuurders en ambtenaren in de 22 zogeheten Marokkanengemeenten, die extra budget krijgen om de problemen van deze groep deels op te lossen.
Kaya says
Natuurlijk zal dit helpen, maar die ouders. Wat is daar mee. Zulke jonge kinden. Erg dat het nodig is. Zo jong.