Het Actieplan Wapens en Jongeren heeft niet de beoogde doelen gehaald. Het actieplan was opgesteld vanwege forse toename van het wapengebruik en steekincidenten onder jongeren én de steeds jonger wordende daders. Uit de evaluatie komt naar voren dat op lange termijn méér nodig is. De bredere aanpak van gemeenten tegen jeugdcriminaliteit lijkt veelbelovender.
In 2020 is het Actieplan Wapens en Jongeren opgesteld om het bezit en gebruik van wapens onder jongeren aan te pakken. Aan het plan werkten onder meer gemeenten, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, de VNG en verschillende ministeries mee. Het doel was in een periode van twee jaar het wapenbezit en -gebruik onder jongeren terug te dringen.
Onduidelijk
Het actieplan is na afloop in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) geëvalueerd. Er was volgens de evaluatie te veel focus op de korte termijn bij de ontwikkeling van maatregelen. Vooraf was onvoldoende duidelijk wie de jongeren waren die wapens droegen, wat hun motieven waren en hoe een gedragsverandering tot stand gebracht zou kunnen worden.
Acties
Alle twintig deelnemende gemeenten waren verplicht vier acties uit te voeren: bewustwording via voorlichtingslessen van Halt, wapeninleveracties, zicht krijgen op risicojongeren, en risicosignalering en vroegtijdig ingrijpen. Dit is in vrijwel al die gemeenten gebeurd. Ook overige lokale acties zijn in gemeenten geïmplementeerd, al dan niet met ondersteuning vanuit landelijke samenwerkingspartners.
Daarnaast zijn er acties, zoals kluisjescontroles en wapencontroles in de horeca, die vaak al vóór het actieplan liepen. Veel gemeenten hebben de intensiteit van deze acties daarna verhoogd.
Niet uitgevoerd
Er was dus onvoldoende duidelijk wie de doelgroep was van het actieplan en hoe deze groep het beste kon worden bereikt. Daarom was het voor deelnemende gemeenten lastig hieraan invulling te geven. Niet alle acties zijn dan ook uitgevoerd, vooral niet die actiepunten waarvan de verwachtingen laag waren. Bijvoorbeeld het tegengaan van de verkoop van messen aan minderjarigen. Dit is landelijk opgepakt door het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Knelpunten
Belangrijke knelpunten in de uitvoering waren gebrek aan (gespecialiseerde) medewerkers, capaciteitsgebrek, politieke en bestuurlijke onhaalbaarheid en het wachten op landelijke afspraken of maatregelen. Ook bleek dat het vergroten van het bewustzijn over wapengeweld de gevoelens van onveiligheid onder risicojongeren juist kan versterken. Ze zouden door de campagne en inleveracties de indruk krijgen dat iedereen met een mes loopt, en dat zij dit uit zelfbescherming ook moeten doen.
Wat ging goed
Over de samenwerking binnen gemeenten zijn deelnemers positief. De motivatie om acties uit het plan op te pakken is over het algemeen groot. Een andere positieve uitwerking van het actieplan is volgens het onderzoek dat het urgentie creëerde voor de aanpak van wapenbezit en -gebruik onder jongeren. Deelnemende gemeenten onderschrijven dat hieraan een stevige impuls is gegeven. Een aantal voerde lokaal onderzoek uit en vergrootten zo de kennis van de doelgroep. Wanneer bleek dat een actie niet effectief was of een averechts effect zou hebben, werd gestopt met het uitvoeren ervan.
Kansarm
Gemeenten verwachten dat het wapenbezit de komende jaren aandacht zal blijven vragen. De toename is niet alleen het gevolg van de onveiligheidsgevoelens van jongeren, ook sociale achterstand en minderwaardigheidsgevoelens zouden daarbij meespelen. Gepleit wordt voor preventieve maatregelen ‘waarbij de vraag waarom de jongeren zich zo onveilig voelen en kansarm wanen het uitgangspunt zou moeten zijn’.
Om daadwerkelijk een gedragsverandering te bereiken bij de groep die al een wapen draagt, of waarbij het risico hierop groot is, is volgens de onderzoekers langdurig preventief beleid nodig. Dit zou moeten bestaan uit diepgaand en positief contact met de risicojongeren. ‘Deze maatregel is niet concreet in het actieplan genoemd, maar lijkt een veelbelovend middel om de risicojongeren te bereiken en ander perspectief te bieden. Om zo ook wapenbezit en -gebruik onder jongeren tegen te gaan.’
Preventie
Daar wordt inmiddels door Rijk en gemeenten volop ingezet, er wordt de komende jaren veel geld uitgetrokken om jeugdcriminaliteit tegen te gaan. Vanaf 2025 is er jaarlijks 143 miljoen euro om jeugdcriminaliteit een halt toe te roepen. Onder meer door de aanpak Preventie met Gezag binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. De Amsterdamse inzet om jonge aanwas in de drugscriminaliteit te voorkomen en criminele carrières te doorbreken sluit nauw aan op deze aanpak. Dat schreef burgemeester Femke Halsema afgelopen week in een raadsbrief over veiligheid in de hoofstad.
Met partners uit het zorg- en veiligheidsdomein zijn de afgelopen jaren volgens de burgemeester veelbelovende maatregelen opgezet. ‘Zoals de Buurtrechtbank, een steeds verder groeiend netwerk van credible messengers en een aanpak om criminele netwerken in buurten te verzwakken. Hierbij is veel aandacht voor zowel beschermende- als risicofactoren voor kwetsbare jongeren.’ Daarnaast wordt zoveel mogelijk ingezet op het voorkomen van jeugdcriminaliteit– en overlast en een integrale aanpak van risicojeugd.
Offensief uitbreiden
Rotterdam maakte afgelopen week bekend dat er zo’n 50 professionals bijkomen om het offensief tegen jeugdcriminaliteit uit te breiden en te versterken op Zuid en in Delfshaven. De stad ontvangt vanaf 2022 ruim 10 miljoen euro per jaar van het Rijk om jeugdcriminaliteit tegen te gaan in het kader van Preventie met gezag. Het geld is bedoeld om te voorkomen dat jongeren zich op het criminele pad begeven en om criminele carrières in de kiem smoren.
Jeugdcriminaliteit is de afgelopen tien jaar afgenomen, maar wel gewelddadiger geworden, meldt Rotterdam. De gemeente werkt samen met allerlei partners in de strafrecht- en zorgketen. Ook om jongeren weerbaarder te maken en perspectief te bieden. Er is bijvoorbeeld in het onderwijs aandacht voor de verleiding van (drugs)criminelen. In Rotterdam-Zuid krijgen jongeren vanaf 18 jaar zonder werk, diploma of inkomen praktijkgerichte trainingen van city stewards om hun leven op de rit te krijgen.
Net als in Amsterdam zet Rotterdam ook Preventie Interventie Teams in om kwetsbare gezinnen te ondersteunen met de opvoeding, (mentale) gezondheid en financiële problemen.
Nauwere samenwerking
De burgemeesters van Heemskerk, Beverwijk, Uitgeest en Velsen tekenden vorige week voor een nauwere samenwerking om jeugdoverlast en -criminaliteit tegen te gaan. ‘De samenwerking is van belang, want jongeren houden zich niet aan gemeentegrenzen. Zij gaan in veel gevallen naar school in een andere gemeente dan waar ze wonen en hebben vrienden in de gehele regio,’ aldus de burgemeesters. ‘Door deze afspraken kunnen we jongeren beter helpen, meer perspectief bieden en de samenleving veiliger maken.’
Mieke van Veen says
Een goed leven begint met liefde en een goede opvoeding. Wordt hier niet (meer) aan voldaan dan treden er ontsporingen op, waaronder geweld. Misschien een idee om in het voortgezet onderwijs het vak PMT = Psychologisch Maatschappelijke Vorming in te voeren. Dit beoogd: Klas pubers laten discussiëren over eigen jeugd en opvoeding. enz,enz. Aan het eind van het les blok vragen of de jongeren zelf denken aan een gezin .