De gemeente Amsterdam schiet haar doel voorbij met het handhaven van woonregels. Acties van de Dienst Wonen Zorg en Samenleven zijn vaak niet toegesneden op de feitelijke situatie, concludeert de Gemeentelijke Ombudsman.
Gemeentelijke Ombudsman Ulco van de Pol heeft zijn onderzoek naar handhaving van woonregels door de Dienst WZS (Wonen, Zorg en Samenleven) gepresenteerd. In het onderzoek, dat de ombudsman op verzoek van Wethouder Ossel gedaan heeft, concludeert hij dat de handhaving vaak zijn doel voorbij schiet.
Van de Pol: “Acties van de dienst zijn vaak niet toegesneden op de feitelijke situatie en er is gebrek aan samenhang in het optreden van verschillende afdelingen of gemeentelijke instanties.”
Het algemene onderzoek richtte zich met name op handhaving met betrekking tot het melden van leegstand van sociale woningen in particulier eigendom, het voordragen van huurders en afstemming bij renovatie van woningen.
De ombudsman heeft zeven aanbevelingen verbonden aan het algemene rapport. Zo adviseert hij de dienst onder meer om meer maatwerk te bieden en beter te communiceren met alle betrokkenen. Ook moeten processen beter bewaakt worden en hecht de ombudsman grote waarde aan een goede klachtenregeling en klachtontvankelijkheid van de dienst.
Van de Pol: “Het is belangrijk dat WZS niet rauwelijks start met handhaven. Dat heeft weinig zin, want dan moet de gemeente steeds weer op haar schreden terugkeren. De dienst moet betrokkenen goed op de hoogte stellen van de situatie en duidelijk communiceren met de eigenaar of verhuurder van een sociale huurwoning. Dat is wat er nu te weinig gebeurt. Daarnaast moet de dienst wanneer ze begint met handhaven ook doorpakken en het er niet bij laten zitten. Zes maanden is zes maanden, wanneer dat gecommuniceerd wordt, moet dat ook echt zo zijn. Ook dat biedt duidelijkheid aan alle betrokkenen.”
Geef een reactie