Dankzij de Wet kraken en leegstand verloopt de handhaving bij gekraakte panden efficiënter en sneller. Dit blijkt uit een evaluatierapport dat naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Met inwerkingtreding van de wet Kraken en leegstand in 2010 is kraken ten allen tijde verboden. Tot die tijd gold de zogeheten éénjaarstermijn, waardoor panden die langer dan een jaar leeg stonden gekraakt konden worden zonder dat dit strafbaar was. Met het schrappen van deze termijn zijn bewijsrechtelijke problemen opgelost, omdat het Openbaar Ministerie (OM) niet meer hoeft aan te tonen dat het desbetreffende pand minder dan een jaar niet in gebruik was.
Het beleid werpt zijn vruchten af, blijkt uit het evaluatierapport ‘Van ontruimen naar inruimen’ van onderzoeksbureau RIGO dat dooor de ministers Blok en Van der Steur naar de Tweede Kamer is gestuurd. In de periode oktober 2010 tot en met 2014 is 213 keer aangifte gedaan van een kraakincident en zijn er 529 verdachten geweest. Bij 277 verdachten is door de rechter een beslissing genomen. Driekwart heeft een straf gekregen, waarvan 37 personen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Gemeenten hebben regie
Bij de aanpak van leegstand hebben gemeenten meer de regie. Het OM blijft echter de centrale partij om te bepalen of er sprake is van kraken en of hiertegen strafrechtelijk zal worden opgetreden. In de verschillende driehoeksoverleggen tussen gemeenten, politie en het OM zijn afspraken gemaakt over het bij elkaar brengen van alle relevante informatie.
Uit de evaluatie van de wet blijkt dat acht gemeenten ook een leegstandsverordening hebben vastgesteld en zes deze ook daadwerkelijk gebruiken. Hierdoor zeggen ze meer zicht te hebben gekregen op de leegstand van niet-woonruimte, zoals kantoren en winkels, in hun gemeente. Het helpt volgens de gemeenten ook dat zij een stok achter de deur hebben indien een eigenaar geen dialoog wil aangaan.
Geef een reactie