De lokale overheid is al niet klaar voor de nieuwe Drank- en horecawet; laat staat voor de handhaving van een hogere leeftijd waarop mag worden gedronken.
– OPINIE –
Het Kabinet en de Kamer staan aan de vooravond van een belangrijk besluit om de aankoopleeftijd van zwak alcoholhoudende dranken op te hogen naar 18 jaar. In de praktijk lijkt het er sterk op dat niemand deze discussie kan of wil voeren. Wij pleiten voor een werkbare overgangsperiode tot 2015.
Met het in de wet vervangen van ’16’ door ’18’ is de zaak namelijk niet geregeld.
Uit alle onderzoeken blijkt dat ouders de meeste invloed hebben op het gedrag van pubers. Kinderen die thuis duidelijke grenzen krijgen om voor de wettelijk toegestane leeftijd géén alcohol te consumeren, blijken overduidelijk minder te drinken dan leeftijdgenootjes die dit wel mogen. Des te vreemder is het dan ook dat in de leeftijdsdiscussie wel over, maar niet met ouders wordt gesproken. Om te peilen hoe dit onderwerp bij ouders leeft, hebben de auteurs in november een enquête onder gehouden. Hiervoor hebben zij 3000 ouders benaderd.
De uitkomsten van het onderzoek zijn verrassend. Bijna alle ouders vinden de nieuwe leeftijdsgrens van 18 jaar een goed idee. Maar al snel geven dezelfde ouders aan dat ze wel erg opzien tegen de weerstand van hun kinderen. Op de vraag wie er volgens hen daadwerkelijk moet gaan handhaven wordt er massaal gewezen naar overheid en scholen; ‘laat hen het maar doen’. Misschien ook wel één van de redenen dat nog steeds een belangrijk deel van de ouders geen afspraken heeft gemaakt over de 16-jarige leeftijdsgrens. En dat terwijl onderzoeken over alcoholconsumptie onder jongeren een heel andere realiteit laten zien: alcohol drinken begint thuis.
De bal ligt dus bij de ouders, maar zij kunnen het niet alleen. In de enquête geven ouders dit ook aan: om succesvol te zijn als handhaver, hebben zij boven alles steun nodig. Steun van andere ouders, steun van de overheid, steun van school, steun van de café-uitbater en van de supermarkteigenaar. Ze willen niet alleen staan en de boeman zijn met een drankverbod. Helaas zijn we nog niet zo ver.
Drank- en horecawet
Daarnaast speelt er nog een ander probleem. Vanaf 1 januari 2013 treedt de nieuwe Drank- en horecawet in werking met een belangrijke rol voor de lokale overheid in voorlichting en handhaving. Gemeenten zijn echter bij lange na nog niet voorbereid op deze nieuwe taak. Laat staan als daar de verhoging naar 18 jaar bovenop komt. Dit heeft tot gevolg dat er straks grote verschillen tussen gemeenten zullen zijn, waarvan jongeren kunnen profiteren. Zo worden Hokken en Keten bijvoorbeeld nog steeds op grote schaal gedoogd.
Om te voorkomen dat de nieuwe wet geen papieren tijger wordt, moet er meer gebeuren. Meer dan 10 jaar aan succesvolle BOB campagne heeft vele nuttige lessen opgeleverd. Door een combinatie van consequente communicatie, aandacht in de rijopleiding en stevige handhaving (alcoholcontroles gekoppeld aan het puntenrijbewijs voor jonge automobilisten) is het aantal verkeersslachtoffers in tien jaar tijd gehalveerd. Belangrijker nog: er is een norm ontstaan waarbij de nieuwe generatie alcohol in het verkeer niet normaal vindt.
Overgangsregeling
Onze boodschap is dat ook bij de leeftijdsverhoging er sprake moet zijn van normverandering en dat vereist een breed draagvlak. Wij pleiten daarom voor een goede overgangsregeling tot 1 januari 2015. Zo weten jongeren die in de tussenliggende periode 16 jaar worden, dat de norm 18 gaat worden. Gemeenten kunnen de overgangsperiode gebruiken om hun handhaving op orde te krijgen en werken aan goede communicatie. Het gesprek met de grootste belanghebbers, de ouders en hun pubers, staat daarbij uiteraard centraal, want dit is de groep waarbij we een effect willen bereiken.
______________________________________________________________________________________________________
Cees-Jan Adema is directeur van de Vereniging Nederlandse Brouwers en Marina van der Wal is opvoedkundige en co-auteur van ‘Het Enige Echte Eerlijke Puberopvoedboek’.
Geef een reactie