Gemeenten moeten meer vrijheid krijgen in het bepalen van vuurwerkregels om zo de overlast en schade te beperken.
Het Rijk zou er beter aan doen bepaalde bevoegdheden rondom vuurwerk over te laten aan de gemeenten en niet die verantwoordelijkheid, zoals nu, bij het Rijk laten.
Dat vraagt de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb namens de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) aan het kabinet. De zogeheten G4 werken samen aan een plan waarin ze de negatieve aspecten van het vuurwerk willen wegnemen. Zo willen ze dat gemeenten zelf kunnen bepalen op welke plekken en welke tijdstippen in hun gemeente consumenten vuurwerk mogen afsteken. Ook bepleiten ze dat lokaal kan worden bepaald wanneer vuurwerk mag worden verkocht.
Dat betekent concreet dat een gemeente kan bepalen dat vuurwerk bijvoorbeeld centraal door de lokale overheid wordt afgestoken of dat consumenten maar op enkele plaatsen in de gemeente hun gang mogen gaan. Zo hoopt Aboutaleb de overlast van het legaal vuurwerk te beperken.
Dat veroorzaakt nu veel letsel aan burgers en brengt veel schade toe aan gemeentelijke eigendommen. Aboutaleb is overigens niet voor een totaalverbod van consumentenvuurwerk.
Schade
In een brief aan de gemeenteraad schrijft de burgemeester dat de schade alleen al aan gemeentelijke eigendommen in Rotterdam afgelopen jaarwisseling 376.000 euro was. De schade aan materialen van stadsvervoerder RET was deze keer bijna 40.000 euro. ”Ondanks het feit dat de schade lager is dan voorgaande jaren bestaat de indruk dat die per geval wel zwaarder is. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het toenemend gebruik van zwaarder vuurwerk”, aldus Aboutaleb.
Volgens een onderzoek van de NOS is een groot deel van de Nederlandse gemeenten voor het aanpassen van de regels rond vuurwerk. Een verbod vinden de gemeenten een stap te ver. Ze vinden echter wel dat regels moeten worden aangescherpt of dat er meer vrijheid moet komen om zelf te mogen bepalen hoe ze er mee omgaan, zo bleek uit de enquête die de omroep onder 400 gemeenten uitvoerde. Ruim 190 gemeenten gaven antwoord op de steekproef.
Reactie Opstelten
Minister Ivo Opstelten stelt in een eerste reactie vast dat voor een vuurwerkverbod geen animo bestaat. Als gemeenten een andere aanpak van overlast van vuurwerk willen, kan dat aan de orde komen in het overleg met hem en met staatssecretaris Wilma Mansveld, die over vuurwerk gaat.
Opstelten laat via zijn woordvoerder weten dat binnen de huidige regels ook veel mogelijk is. In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kunnen gemeenten vastleggen waar wel en waar geen vuurwerk mag worden afgestoken.
Geef een reactie