De maatregelen om overlast van risicojongeren in de wijk terug te dringen, volstaan niet. Gemeenten beperken zich tot veiligheidstoezicht met strenge regels, aanspreken op ongewenst gedrag en een weinig uitdagend aanbod van jongerenwerkers.
– OPINIE –
Het is een reactieve en vrijblijvende aanpak, die niet aansluit
bij wat jongeren werkelijk willen. Toezicht en handhaving in de wijk worden
breed ingezet als antwoord op – alleen – de symptomen, in plaats van gericht op
de ontwikkeling van individuele jongeren. Het eenzijdig perspectief van
gemeenten op risicojongeren als overlastgevers lost de achterliggende sociaal
maatschappelijke problemen niet op.
We maken ons allemaal zorgen over jongeren die uit het VMBO
stromen zonder diploma, over alle onbenutte talenten en mogelijkheden van
jongeren, over jongeren die leven in twee werelden – die van thuis en van de
straat- en zich nergens thuis voelen, over jongeren die vooral naar anderen
wijzen en niet in staat zijn tot zelfreflectie.
Risico
Deze jongeren vormen een risico voor zichzelf en voor de
samenleving. Echter, jongeren voelen zich niet aangesproken wanneer je over hun
probleem of tekort begint. Jongeren willen vooral aangesproken worden op hun
talenten. Wie zich verdiept in jongeren weet dat zij in beweging komen wanneer
je ze verrast, nieuwsgierig maakt, boeit, confronteert met een nieuw
perspectief, of een rolmodel biedt waar ze tegen op kijken. Huidige werkvormen
en aanpakken om jongeren te bereiken of te betrekken zijn daarom niet altijd
adequaat.
Te vaak wordt vergeten dat jongeren vooral ook jongeren zijn
met dromen en ambities. Overlastgevende tieners, zijn ondanks hun problemen,
wel degelijk te coachen. Grenzen stellen is daarbij belangrijk. Gemeenten
zouden toezicht en veiligheidsaanpak moeten combineren met een aanpak gericht
op talentontwikkeling. Een rolmodel in de wijk stimuleert ambities van jongeren;
met charisma bereik je meer.
Frontlinie
Om tot goede oplossingen voor de jongeren te komen, moeten
gemeenten het veld betrekken. Beleid ontstaat niet achter de beleidstafel.
Betrek frontliniewerkers in de ontwikkeling van de aanpak; zij kennen de
jongeren en weten waar hun ambitie ligt.
Gemeenten kunnen het welzijnswerk uitnodigen om met vernieuwende
aanpakken te komen, die aansluiten bij de belevingswereld en ambities van
jongeren. Creëer experimenteerruimte om buiten de gebaande paden te treden.
Het is tijd voor een nieuwe aanpak, jongerenwerk 2.0, waar
de behoefte van de jongere centraal staat in het aanbod. Inloopuren en
chillplekken pacificeren misschien het gedrag van jongeren, maar dagen niet uit
tot leren. De juiste balans tussen kaders stellen en perspectief bieden is
nodig om jongeren te bereiken.
Betrouwbaar
Wees als gemeenten een betrouwbare opdrachtgever door een
heldere opdracht te geven gericht op talentontwikkeling. Aan het jongerenwerk
kan niet gevraagd worden de overlast op te lossen. En een aanpak waarin
jongeren aangesproken worden op hun talenten kan wel degelijk effect hebben op
de overlast in wijken.
Vraag als gemeente om aanpakken waarin jongeren verbonden
worden aan een rolmodel, een coach waar ze tegen op kijken. Te vaak is het
jongerenwerk zelf onderdeel van het probleem door overidentificatie met de
doelgroep. Een rolmodel confronteert, prikkelt en nodigt uit tot dialoog. Hij
heeft status, talent en positie waar de jongeren zelf ook naar streven.
Kernvraag voor nieuw beleid is: op welke manier kunnen we de
kracht en potenties van jongeren met een risico voor de samenleving benutten?
Anke van Beckhoven is
programmamanager bij Zwind, onderdeel van de B&A groep.
Tony Thijs says
Aansprekend artikel. Er is echter in dertig jaar niet echt sprake van voortschrijdend inzicht. Na bij een opleiding Andragologie doorkneed te zijn geraakt in jeugdwerkloosheid werd ik in 1979 door een gevestigde jongerenwerker uitgenodigd om me eens te buigen over een groep -in de ogen van velen tamelijk levensgevaarlijke – probleemjongeren in Purmerend. De jongeren en ik waren het er geheel over eens dat een inhaalslag op het gebied van taal en rekenen een verstandige eerste stap zou zijn. In termen van deze tijd:,,Er was een klik tussen mij en de jongeren op dat onderwerp en de jongeren waren maximaal gemotiveerd geraakt door dat vooruitzicht.” De gemeente Purmerend zag echter niets in deze aanpak en schoot de voorgenomen subsidiemaatregel geheel af op vage gronden. Uiteraard hebben die jongeren toen de gemeente een veelvoud van dat subsidiebedrag gekost. Voortschrijdend inzicht op dit gebied begint dus bij de opleiding van niet alleen de jongerenwerkers, maar vraagt ook om her- en bijscholing van hun opleiders naast het werken aan een fundamentele bewustwording bij ambtenaren en zorginstellingen.
Mvg
Tony Thijs