Aan tafel bij de vaste Kamercommissie van Infrastructuur & Milieu spraken verschillende partijen zich uit over de problemen en schade die er zijn door het lachgasverbod. De Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsdiensten (NVRD) waarschuwt dat de extra kosten voor de verwerking van lachgascilinders kan leiden tot 25 tot 30 euro extra afvalstoffenheffing voor inwoners. Ze pleit er onder andere voor om het statiegeldsysteem weer in te voeren.
De problematiek met lachgascilinders is hiermee opnieuw op de agenda gezet. Hoe zat het ook alweer? Sinds 1 januari 2023 valt lachgas onder de Opiumwet. Vanaf deze datum zijn het aantal illegale dumpingen toegenomen en worden de cilinders aangetroffen in de openbare ruimte en het restafval.
Volgens de NVRD gaat het op jaarbasis zelfs om ongeveer 375.000 lachgascilinders in de openbare ruimte en 92.000 in het restafval. De cilinders moeten vervolgens worden opgeruimd of kunnen ontploffen zodra ze in een vuilniswagens, afvalcontainers en verbrandingsovens terechtkomen. Dat leidt tot gevaarlijke situaties voor mensen en materiaal, maar ook tot veel financiële schade.
Handen vol aan opruimen en verwerken cilinders
Zo hebben veel gemeenten hun handen hier vol aan, bijvoorbeeld omdat er een extra bewerking nodig is om de lachgascilinders uit het restafval te halen. Ze probeerden met proeven of handhavingsteams het aantal achtergelaten cilinders te verminderen en 12 gemeenten stuurden een tijdje geleden een brief aan demissionair staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) met de vraag om maatregelen. Ook de NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven zijn al geruime tijd met het kabinet in gesprek over een financiële tegemoetkoming.
Gemeenten verantwoordelijk gehouden
Toch liet demissionair staatssecretaris Heijnen in april van dit jaar aan de Tweede Kamer weten dat er geen compensatie komt, omdat de middelen ontbreken. Op grond van de Wet milieubeheer zijn gemeenten verantwoordelijk voor het afvalbeleid en mogen zij ter bestrijding van de kosten een heffing instellen, zo schreef de staatssecretaris toen. Het Rijk liet wel weten 450.000 euro beschikbaar te stellen voor een pilot om met innovatieve technieken lachgascilinders in afvalstromen op te sporen en te verwijderen. Gemeenten konden er voor kiezen om tijdelijk een inleverpremie in te voeren, zo schreef de staatssecretaris in haar brief.
De afvalsector reageerde boos en stuurde een reactie met een verzoek om een hoorzitting en een spoedoverleg. Deze week volgden rondetafelgesprekken met de vaste Kamercommissie van Infrastructuur & Milieu met verschillen relevante organisaties die een position paper over het onderwerp indienden.
Financiële schade gemeenten
Een van de aandachtspunten uit het pleidooi van de brancheorganisatie is de grote financiële schade voor gemeenten. Volgens hen zou het verwijderen van de cilinders uit de openbare ruimte, het sorteren en de opslag een grote kostenpost zijn. ‘Voor de verwijdering alleen al bedragen de kosten ongeveer 17 miljoen euro per jaar. Kosten voor sortering bedragen ongeveer 60 miljoen euro.’ En ook de kosten van de verwerking komen voor rekening van gemeenten.
Extra afvalstoffenheffing
Deze kosten drukken flink op een gemeentelijk budget en dat kan leiden tot verhoging van de afvalstoffenheffing voor burgers, zo waarschuwt de branchevereniging. ‘Laten we over onze eigen schaduw heenstappen, anders krijgen ook niet-gebruikende burgers straks 25 tot 30 euro extra afvalstoffenheffing te verwerken,’ is de waarschuwing. Ook de gemeenten Uithoorn en Heemstede denken dat hun afvalstoffenheffing komend jaar 15 à 20 euro stijgt door de lachgascilindersproblematiek. De gemeente Haarlemmermeer denkt aan een stijging van zo’n 25 à 30 euro, zo schrijft NHnieuws.nl
Statiegeldmodel
De NVRD pleit ervoor dat gemeenten op korte termijn geholpen worden met het opzetten en financieren van een landelijk systeem met inleverpremies. ‘Het risico kan ondervangen worden door een statiegeldmodel. Een model dat goed werkte vóór 1 januari 2023 en dat effectief is gebleken. Het verlenen van statiegeld aan de cilinders voorkomt dat ze rond gaan zwerven en zorgt dat ze via een gereguleerde stroom worden afgevoerd.’
Daarnaast pleit de organisatie ook voor veel meer inzet om de invoer van illegale lachgascilinders te voorkomen. Net als een Europese aanpak die de invoer van onveilige wegwerpcilinders in Europa onmogelijk maakt en een adequate inzet van de politie om het gebruik van lachgas tegen te gaan. Maar ook voor financiële middelen voor gemeenten om de hoge kosten voor het oplossen van de problematiek op te vangen.
Ten koste van andere taken
Ook de gemeente Rotterdam nam aan het rondetafelgesprek deel en zette op papier hoeveel schade de gemeente ondervindt van verkeerd weggegooide of achtergelaten cilinders. Zo verwerkt Rotterdam 5.700 lachgascilinders per maand. De gemeente ruimt ongeveer 1000 cilinders op in de buitenruimte, met eigen mensen en een externe organisatie als er moet worden opgeschroefd. De milieustraten nemen er maandelijks zo’n 300 cilinders in.
En de afvalverwerker haalt elke maand 4400 cilinders met de nascheidingsinsstalatie uit het restafval. ‘Onze inzet is erop gericht om de lachgascilinders in de buitenruimte zo snel mogelijk op te ruimen, maar het tempo waarin deze worden gedumpt, is nauwelijks bij te benen. Daarnaast gaat Rotterdam het aantal handhavingsacties opvoeren. De inzet van mensen en middelen is dan ook groot en gaat ten koste van andere taken.’
‘Dweilen met de kraan open’
De gemeente vindt dat ‘de achterkant van het lachgasverbod onvoldoende is geregeld.’ Volgens Rotterdam is lachgas nog te gemakkelijk te verkrijgen en lopen ze daar in de stad tegenaan. Regie en ondersteuning van de landelijke overheid is dan ook noodzakelijk.
De lachgascilinderproblematiek vraagt volgens Rotterdam om een gezamenlijke aanpak waarbij samenwerking tussen Rijksoverheid, gemeenten en de afvalsector essentieel is. De gemeente doet verschillende suggesties voor meer en betere handhaving, preventie en wetgeving. ’Wat wij doen is dweilen met de kraan open, het Rijk is aan zet.’
Geef een reactie