Sinds gisteren hebben de gemeenten de verantwoordelijkheid voor het toezicht dat hoort bij de nieuwe Drank- en Horecawet, maar of ze daarvoor klaar zijn is maar zeer de vraag.
Uit cijfers van de Nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit blijkt dat er dertig ambtenaren zijn opgeleid voor het toezicht. Toch zijn er gemeenten die goed bezig zijn, zegt Wim van Dalen, directeur van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) tegen BNR. “Het is niet alleen maar kommer en kwel.”
Probleem is wel dat gemeenten steeds meer taken krijgen van de nationale overheid, ziet Van Dalen. “Ze hebben ook het idee dat ze er weinig geld voor hebben”, zegt de directeur. “En de Rijksoverheid heeft ze ook niet echt achter de broek gezeten.”
Behandeling
“In 2007-2008 werd het duidelijk dat gemeenten het toezicht moesten overnemen. Vervolgens heeft de behandeling van de wetgeving zolang geduurd dat er een gevoel onstond van ‘het komt niet zo nauw’. En nu opeens is het werkelijkheid: 1 januari is het moment van de waarheid voor de gemeenten.”
Het grootste probleem ligt echter bij de verkopers. Horeca, slijterijen en supermarkten moeten in de eerste plaats zorgen dat de wet wordt nageleefd. In dat geval zijn de gemeentelijke toezichthouders amper nodig, maar dat zijn ze volgens Van Dalen momenteel nog wel.
Geef een reactie