Er kan in de toekomst geen taakstraf meer worden opgelegd bij geweld tegen personen met een publieke taak. Dit betekent dat plegers van geweld tegen onder meer handhavers, politieagenten en hulpverleners zwaarder worden gestraft.
Dat blijkt uit een wetsvoorstel van de ministers Dekker en Grapperhaus, dat gisteren in consultatie is gegaan. Het reeds bestaande taakstrafverbod, bij veroordeling voor een ernstig zeden- of geweldsmisdrijf en in het geval van recidive, wordt uitgebreid.
Bescherming boa’s
Het taakstrafverbod gaat ook gelden voor ‘misdrijven die worden gepleegd tegen een persoon in de openbare uitoefening van zijn publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid’. Naast politieagenten en hulpverleners geldt dit ook voor toezichthouders, handhavers en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de openbare ruimte.
‘Zij hebben niet de mogelijkheid een stap terug te doen en zichzelf in veiligheid te brengen omdat hun werk juist handelend optreden vereist. Geweld tegen personen met een publieke taak vraagt om een passende reactie. Daarom zal in plaats van of in combinatie met een taakstraf, altijd een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf worden opgelegd,’ schrijven de ministers.
Snel straffen
De maatregel van de ministers sluit aan bij het huidige strafrechtelijk beleid om geweldplegers tegen werknemers met een publieke taak snel en streng te straffen. Zo wordt voorrang gegeven aan de opsporing en vervolging van verdachten. Ook mogen daders eerder voorlopig vast worden gezet, waardoor snelrecht en supersnelrecht mogelijk is. De strafeisen van het openbaar ministerie zijn daarbij drie keer zo hoog als in andere geweldszaken.
Herkenbaar
Om de geweldpleger zwaarder te kunnen straffen moet voor hem of haar wel duidelijk zijn dat hij een persoon aanvalt die een publieke taak uitoefent. Daarom moet diegene ‘in de uitoefening’ van zijn taak worden geconfronteerd met geweld, waarbij de diender als zodanig herkenbaar is door een uniform of andere onderscheidende uitrusting.
De datum van inwerkingtreding van deze wet moet nog bij koninklijk besluit bepaald worden.
Adriaan Jobse says
Verbazend hoeveel ‘maatregelen’ en wetsvoorstellen men telkens lanceert. Het lijkt wel een niet aflatend nieuwjaarsvuurwerk. En wat blijft er over van al dat ‘lawaai’? Méér wetgeving? Mij best. Maar wetgeving zónder HANDHAVING is even zinloos als de 80 of negentig miljoen vuurwerk en de nog veel grotere schade die er doorgaans bij hoort. Als de politiek uit louter electoraal opportunisme geen prioriteit aan handhaving van de wetgeving geeft verandert er niets. Prioriteiten stellen heeft óók financiële consequenties.
Goos Boersma says
Wat mij nu verbaasd is het feit dat we een aantal jaren bezig zijn geweest met het programma Veilige Publiek Taak (VPT) waarin afspraken zijn opgenomen over aangifte en afhandeling onder vermelding VPT in de aangifte. Het doel hiervan is dat er een andere strafmaat zou worden gehanteerd.
Helaas is de praktijk blijkbaar niet zoals afgesproken en zijn medewerkers in de publiek sector nog steeds het slachtoffer van zinloos geweld zonder een serieus te noemen strafrechtelijke aanpak. Jammer genoegdoening ik dus concluderen dat er een landelijk project is geweest met behoorlijk veel budget en dat dit in de kast terecht is gekomen.
Ik hoop dat het programma ARO niet hetzelfde lot is beschoren.