Er is vaak meer mogelijk voor gemeenten in de strijd tegen ondermijning dan men weet of denkt. Het ontbreekt vaak aan kennis en lef waardoor het niet gebeurt. ‘Soms moet je de randen opzoeken om te kijken wat werkt, als je je laat tegenhouden gebeurt er niks.’
Dat was de tendens op de Gemeente.nu Dag van de Ondermijning, waar medewerkers van onder meer politie, justitie en decentrale overheden onlangs samenkwamen. Het versterken van de integrale aanpak en het kunnen delen van data zijn twee veelbesproken wapens in de strijd tegen ondermijning.
Advies RvS
Zo blijkt het advies van de Raad van State (RvS) aan minister Grapperhaus van Justitie, die met nieuwe wetgeving tegen ondermijning bezig is, een hot topic. Burgemeesters vroegen eerder hun rol in het bewaken van de openbare orde uit te breiden naar het ‘voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten’. Daarbij pleiten ze, net als de VNG, voor meer wettelijke mogelijkheden om data uit te wisselen binnen de gemeente en met andere gemeenten en partners.
De RvS is het ermee eens dat de knelpunten die gemeenten ervaren bij het uitwisselen van persoonsgegevens serieuze aandacht moeten krijgen. ‘Maar op dit moment is niet voldoende aangetoond dat nieuwe wetgeving nodig is om deze knelpunten te verhelpen.’ Volgens de Raad van State is er binnen bestaande kaders genoeg mogelijk.
Informatiedeling
Er kan al veel op het gebied van informatiedeling: die boodschap klinkt ook hier weer. Maar wat precies mag, dat is moeilijk te vatten. Als het gehangen wordt aan een convenant of goed uitgelegd wordt waarom, mag de info meestal wel gedeeld worden, zo lijkt de consensus. Toch heerst onder de aanwezige medewerkers van gemeenten vrij veel angst voor bezwaar en beroep tegen het delen van informatie.
Bernd Veldman is werkzaam bij het Vastgoedkenniscentrum Belastingdienst en betrokken bij diverse fraude-onderzoeken vanuit de Belastingdienst. ‘Ik ben het eens met de Rvs, ga het maar eens doen.’ Hij heeft in zijn werk bij de Belastingdienst ondervonden dat er best veel mogelijk is. Wat kun je dan delen? Fenomenen, persoonsgegevens op basis van een wettelijke titel, modus operandi, risicosectoren en -branches en ervaringen in aanpak. Zijn dringende oproep daarbij: ‘Deel vooral ook fouten en niet alleen successen, we willen niet elke keer dezelfde fouten maken.’
Delen
Een medewerker van de politie vindt dat er meer lef getoond mag worden: ‘Er is veel mogelijk, maar we weten het vaak niet van elkaar en dus doen we het niet. Soms moet je de randen opzoeken om te kijken wat werkt, als je je laat tegenhouden gebeurt er niks.’ Een ambtenaar van de gemeente Reimerswaal die veel data gebruikt bij onderzoek naar ondermijning vult aan: ‘Als je het goed motiveert valt het best mee en mag het delen van gegevens juridisch vaak wel. Ook belangrijk is dat data helpen bij het onderzoek, maar we ons niet moeten afsluiten voor andere signalen.’
Teruggefloten
Conclusie onder de aanwezigen is dat bij het delen van data het vertrouwen in de samenwerkende partij belangrijk is. Evenals bestuurlijke dekking. En dat je misschien soms het risico moet nemen ‘om dan maar eens teruggefloten te worden door de rechter’. Een voorbeeld daarvan is de zaak van een team van het Organized Crime Field Lab, ‘IJgeld’. Hierin zitten afgevaardigden van onder meer de gemeente, OM en de politie.
In het hele land werken dit soort teams aan oplossingen voor ondermijnende criminaliteit. In de nieuwe werkwijze die werd bedacht voor de gemeente Amsterdam moet een vergunningaanvrager complete helderheid (op papier) verschaffen over het geld dat de financier in zijn horeca stopt. Is het niet transparant, dan wordt na twee verzoeken om aanvullende informatie de aanvraag buiten behandeling gesteld en mag er niet worden geëxploiteerd. De gegevens in ‘IJgeld’ werden overigens gedeeld op basis van het RIEC-convenant.
Artikel 4.5 Awb
Gijs Heijmering en Marianne Schwan zijn onderdeel van het team en vertelden op de Dag van de Ondermijning over hun werkwijze. ‘We wilden het taaie probleem aanpakken van onderhandse leningen in de horeca en de werkwijze omdraaien. Toon maar aan, waar komt je geld vandaan.’ Daarbij was artikel 4.5 uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een ‘succesvol wapen’: Het bestuursorgaan kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.
Volgens Schwan was er koudwatervrees om dit artikel toe te passen en werd de gemeente inderdaad voor de rechter gesleept om de nieuwe werkwijze aan te vechten. Maar de bestuursrechter heeft Amsterdam in het gelijk gesteld en de gemeente nam de werkwijze van team IJgeld over in de strijd tegen ondermijning.
Het team doet een aantal aanbevelingen voor gemeenten die met de werkwijze aan de slag willen zoals een uniform werkproces, een vast format voor de beoordeling van de vergunningaanvraag, voorwaarden stellen aan een buitenlandse lening en het controleren van de aflossingstermijnen op de rekening-courant. Ook is het advies een disclaimer bij de vergunningaanvraag mee te nemen zodat de aanvrager van tevoren weet dat zijn of haar financier gecontroleerd kan worden. En de belangrijkste voorwaarde voor succes is artikel 4.5 consequent toepassen. Dat kan bij alle vergunningen en niet alleen in de horeca.
Georganiseerde overheid
Ook Margreet van Wijk van het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) stipt de noodzaak van versterking van de integrale aanpak en het kunnen delen van data aan. ‘Als overheden hebben we onze eigen taken en zitten we in silo’s. Er zitten allemaal dikke wanden tussen zoals privacy, waardoor samenwerking lastig is. Die institutionele barrières zorgen voor criminele comfortzones. Een georganiseerde overheid tegen georganiseerde criminaliteit is van groot belang. Iedereen apart ziet wat anders, samen zie je het totale plaatje.’
Verder pleit ze voor een structureel in plaats van eenmalig Ondermijningsfonds, vooral om meer mensen in te zetten. ‘De capaciteit bij bijvoorbeeld gemeente, recherche en Belastingdienst in handhaving zal anders nooit voldoende zijn om het probleem ondermijning op te lossen.’ Op het gebied van informatiedeling geeft ze aan dat je ervan uit moet gaan dat het kan, tenzij… Dus niet op voorhand afwijzend. ‘Zoek de risico’s op, er kan veel onder de AVG, maar er is veel koudwatervrees. Ik ben het met de Rvs eens dat er al veel mogelijkheden zijn.’
Achterstand
Iemand die het daar totaal niet mee eens is, is de burgemeester van Breda Paul Depla. ‘We zijn behoorlijk op achterstand gedrukt door de RvS. Iedereen zegt dat er zoveel kan, maar op het gebied van informatiedeling en extra bevoegdheden moet er echt meer mogelijk worden,’ zegt hij op de Dag van de Ondermijning. Hij pleit ook voor meer onderzoek en ontwikkeling bij de overheid ‘om criminelen bij te houden op dat gebied’.
Voordat Depla het woord neemt over zijn aanpak van ondermijning wordt aan de aanwezigen gevraagd of het feit dat burgemeesters steeds meer als crimefighter gezien worden, een goede of slechte zaak is. Hierover zijn de meningen verdeeld. ‘Het is goed als inwoners zien dat de burgemeester in actie komt en een gezicht geeft aan het bestrijden van ondermijning, maar ze moeten niet op de stoel van justitie gaan zitten.’ Verder hebben sommigen het idee dat de burgemeester vindt dat er vaak te traag wordt ingegrepen en daarom meer zelf wil kunnen doen. Ook wordt gezegd dat inwoners burgemeesters die lef hebben en grenzen opzoeken, waarderen.
Criminele voedingsbodem
Depla herkent het beeld. Hij geeft zoals eerder aan dat een burgemeester niet achter de criminele kopstukken aanjaagt, maar zorgt dat de criminele voedingsbodem wordt aangepakt en verstoord. Onder meer door het sluiten van criminele fabrieken en ontmoetingsplaatsen. ‘Dat doen de gemeente en de burgemeester via het bestuursrecht. We willen niet op de stoel van de politie of het OM gaan zitten, maar zijn nodig als schakel in de integrale aanpak.’
Als voorbeeld geeft hij dat er in zijn gemeente Breda ineens onverklaarbaar veel autoverhuurbedrijven werden gevestigd. ‘Criminelen hebben vervoer nodig voor het logistieke proces en kunnen dat vrij onopvallend doen via de verhuurbedrijven. Hoe kan ik er als overheid voor zorgen dat die bedrijven gecontroleerd worden? Door een aanpassing in de APV dat er een vergunning nodig is en er zodoende gecheckt kan worden, onder meer via de Wet Bibob. Bestrijden is een combinatie van repressie en preventie, met alleen verstoren red je het niet.’
Geef een reactie