Amsterdam heeft een reëel probleem met drugscriminaliteit en weet niet goed hoe dit aan te pakken. Dat staat in het rapport ‘De achterkant van Amsterdam’. De Amsterdamse driehoek en het college erkennen in een reactie de conclusies en kondigen maatregelen aan. Ze zien vooral de oplossing in een intensieve samenwerking met betrokken partijen.
Hoogleraar Pieter Tops en onderzoeksjournalist Jan Tromp onderzochten in opdracht van de gemeente de drugscriminaliteit in de hoofdstad. ‘Vrijwel iedereen vindt vanuit zijn dan wel haar invalshoek dat Amsterdam een reëel probleem heeft. Dat probleem is samen te vatten als: er bestaat in de stad een geld gedreven, criminele schaduwwereld gebaseerd op handel in en gebruik van drugs waarin honderden miljoenen, zo niet miljarden omgaan,’ schrijven ze in hun rapport.
Ondermijning
De onderzoekers komen zelf ook tot de slotsom dat er een wezenlijk en omvangrijk probleem is. Ze wijzen erop dat de drugsproductie (en -handel) de motor van ondermijnende criminaliteit is, vooral vanwege de grote sommen geld die ergens terecht moeten komen. Wat Tops en Tromp vooral opviel was dat hun gesprekspartners vanuit de eigen professie wel de signalen onderkennen, maar geen beeld hebben van het totaal. ‘Er is de anekdote, niet de tabel. We stellen dan ook vast dat er nood is aan empirische data in Amsterdam.’
Herkenning
Burgemeester Femke Halsema schrijft in een reactie namens de Amsterdamse driehoek (van burgemeester, politie en Openbaar Ministerie) en het college de conclusies uit het rapport te herkennen. ‘Zij constateren terecht dat het drugsprobleem een sociaal vraagstuk is en zij doen een oproep voor een gerichte aanpak van groepen en gezinnen in Amsterdamse buurten. Hoewel in het rapport wordt vastgesteld dat we nog altijd veel niet weten, helpt de analyse om de grote problemen aan te pakken.’
Effectieve aanpak
Ook herkent de gemeente de kritiek in het rapport op de ‘gefragmenteerde en projectmatige inzet die lang kenmerkend is geweest voor de gemeentelijke aanpak van ondermijning en drugsproblemen’. Het college geeft daarom nu grote prioriteit aan een nauwe samenwerking in de driehoek en een gezamenlijk offensief met het Rijk, met regionaal georganiseerde partners en andere grote steden. Dat is volgens het college en de driehoek de enige manier voor een daadwerkelijk effectieve aanpak van de drugshandel, die niet alleen speelt in de gemeente, maar ook nationaal en internationaal.
Amsterdams Programma Drugs
In de brief worden verschillende maatregelen genoemd waarvan de belangrijkste het opzetten van het ‘Amsterdams Programma Drugs’ is, dat in oktober klaar moet zijn. De achterkant van Amsterdam vormt de basis en de aanbevelingen uit het rapport zullen erin worden verwerkt. Voor het programma is door het college extra geld vrijgemaakt.
Verder worden genoemd:
- Het programma ‘De weerbare stad’ tegen ondermijning, dat inmiddels van start is gegaan.
- De taskforce die de ‘achterkant’ van de intimidatie van lokale ondernemers, vooral horeca, door bijvoorbeeld het neerleggen van granaten onderzoekt.
- Een brief met maatregelen tegen wapengeweld die binnenkort volgt.
- Met een groot aantal maatschappelijke partners, in het bijzonder de belastingdienst, wordt in het Regionaal Informatie en Expertise Centrum samengewerkt aan het verminderen van de ondermijning.
‘Het aanpakken van de drugseconomie en de misdaad waarmee deze gepaard gaat vergt uithoudingsvermogen, gezamenlijke toewijding en langjarige inspanning. Het college en de driehoekspartners zijn daartoe zeer bereid,’ schrijft Halsema tot slot. Ondertussen stellen partijen in de Tweede Kamer in een reactie op het rapport dat de drugscriminaliteit in Amsterdam harder moet worden aangepakt en dat het kabinet daar meer geld voor moet uittrekken.
Geef een reactie