Gemeenten zijn zich meer steeds meer bewust van de aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit. Onder meer door verschillende lokale, regionale en landelijke projecten die de afgelopen jaren met extra geld van het kabinet zijn gestart om ondermijning aan te pakken. Tegelijkertijd is het lastig inzicht te krijgen in effecten van preventieve instrumenten tegen georganiseerde criminaliteit.
Dat blijkt uit onderzoeken van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). De rol van gemeenten in de aanpak van ondermijning verschuift steeds meer van bestuursrechtelijk straffen naar het voorkomen ervan. Afgelopen week verscheen het rapport Inzichten in de effectiviteit van preventieve instrumenten in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit.
RAND Europe onderzocht in opdracht van het WODC de effecten van preventieve instrumenten. Zoals het weigeren of intrekken van vergunningen en het strafbaar maken van het samenkomen van motorbendes. Conclusie: ‘Er is meer en beter onderzoek nodig om te kunnen bepalen of en hoe preventieve instrumenten een goed middel zijn in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit.’
Bewustzijn
Uit de Monitor bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, die eind vorig jaar verscheen, komt naar voren dat ‘het bewustzijn van gemeenten van de aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit in 2022 verder versterkt is’. Vooral bij burgemeesters, die verschillende bevoegdheden hebben in de aanpak van ondermijning, en gemeentelijke afdelingen openbare orde en veiligheid. Volgens WODC is het bewustzijn nog onvoldoende bij wethouders en wisselend bij andere gemeentelijke afdelingen.
Rolverdeling
Conclusie is dat de lokale organisatie verbeterd kan worden, net als de rolverdeling tussen politie, OM, gemeenten en andere betrokkenen. ‘Meer focus op preventie door gemeenten betekent ook dat politie en OM zich moeten heroriënteren op hun rol.’ Volgens de onderzoekers moeten niet alleen het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar ook andere ministeries er in hun beleid op aanhaken. Bijvoorbeeld als het gaat om werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, sport en gezondheid.
Informatie delen
De informatiepositie van gemeenten is volgens de monitor ‘de achilleshiel bij de doorontwikkeling van de bestuurlijke aanpak’. Bij 90 procent van de gemeenten zijn ondermijningsbeelden vóór 2019 voor het laatst geactualiseerd. ‘Om een totaalzicht te hebben op wat zich afspeelt, is het van belang dat relevante gegevens binnen de gemeente bij elkaar komen en met verschillende organisaties worden gedeeld.’ Maar informatiedeling binnen gemeenten en tussen gemeenten en andere organisaties blijft ondanks diverse wetsaanpassingen een knelpunt.
Ondersteuning RIEC’s
Op het gebied van informatiedeling en samenwerking bieden de Regionale Informatie- en Experticecentra (RIEC) hulp. Ze hebben een vaste positie verworven in de ondersteuning van gemeenten in hun bestuurlijke aanpak en de bevordering van de integrale aanpak. Gemeenten zijn over het algemeen tevreden over de ondersteuning die ze van de RIEC’s krijgen. Desondanks kan volgens het onderzoek ‘systematische en programmatische uitvoering van het vastgestelde beleid niet of nauwelijks plaatsvinden door gebrek aan capaciteit en expertise, zeker in kleine gemeenten’.
Koers bepalen
De afgelopen jaren is wel geprobeerd die capaciteit en expertise te versterken. Met extra geld van het kabinet zijn verschillende lokale, regionale en landelijke projecten gestart in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het rapport Koers bepalen, dat eind vorig jaar uitkwam, zoomt daarop in. ‘Daardoor is in Nederland meer bewustwording ontstaan over de ernst van die problematiek en de noodzaak om deze gezamenlijk het hoofd te bieden,’ is een belangrijke uitkomst.
Uitdagingen
In opdracht van het WODC volgden de onderzoekers van mei 2019 tot en met november 2022 de ontwikkelingen van het versterken van de aanpak op de voet. Het rapport ‘laat zien dat er in relatief korte tijd veel in gang is gezet om barrières op te werpen tegen ondermijnende criminaliteit en om slimmere interventies te ontwikkelen en uit te voeren. Maar tegelijkertijd zijn er grote uitdagingen om duurzame vormen van samenwerking op te zetten.’
Bredere kijk
Het is daarom hoog tijd voor een nadere koersbepaling, stelt het samenwerkingsverband van de Universiteit Maastricht en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Als eerste pleiten de onderzoekers voor een bredere kijk op het probleem van ondermijnende criminaliteit. Het zou niet alleen moeten gaan om drugscriminaliteit, maar ook om andere vormen en maatschappelijke problemen die daaraan raken. Zoals mensenhandel, arbeidsuitbuiting, milieucriminaliteit, cybercrime en witteboordencriminaliteit.
Uitgangspunten
Ook bevelen de onderzoekers aan om de uitgangspunten van de aanpak te herijken. Zo moeten de doelstellingen van een project volgens hen bepalen welke partijen met elkaar om de tafel gaan zitten. ‘Niet alles en iedereen hoeft, zoals nu vaak gebeurt, met elkaar verbonden en op elkaar afgestemd te worden.’
Modeterm
Verder vinden de onderzoekers ondermijning een modeterm, die vervangen zou worden door de term georganiseerde criminaliteit. ‘Deze geeft meer houvast, zeker in het internationale debat.’ Tot slot pleiten ze ervoor om het werken bij de overheid aantrekkelijker te maken. ‘Zo kunnen expertises die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, zoals data-analyse, intelligence, financiën en leiderschap, duurzaam aan de projecten worden verbonden.’
Geef een reactie