Door de uitbreiding van de bevoegdheden van burgemeesters op het gebied van openbare orde en veiligheid, zou de rol van de traditionele burgervader onder druk staan en veranderen in een ‘burgerboeman’. Maar uit onderzoek naar de sluiting van drugspanden lijkt dat wel mee te vallen.
Niels Karsten, Tilburgse bestuurskundige, en Ineke Bastiaans, onderzoeker bij Necker van Naem onderzochten hoe burgemeesters uit Brabant hun handhavende bevoegdheid gebruiken binnen de Opiumwet, bijvoorbeeld bij het sluiten van drugspanden. Sinds 1 januari van dit jaar hebben burgemeesters een verruimde bevoegdheid om ook te sluiten als voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs. Voorheen mocht dat alleen als er daadwerkelijk drugs aanwezig was.
Debat
Er wordt een intensief debat gevoerd over de rol van een burgemeester bij deze uitbreidende bevoegdheden. Aan de ene kant zijn er onderzoekers en (oud-)burgemeesters die vinden dat de rol van ‘crimefighter’ afbreuk doet aan de positie van de burgemeester als onpartijdig verbinder. Er zou een ‘problematische rolvermenging’ plaatsvinden, omdat de burgemeester in rap tempo ‘ontvriendt’. In de rol als handhaver neemt hij of zij in toenemende mate politiek en maatschappelijk controversiële beslissingen, die burgemeesters tot een ‘burgerboeman’ zouden kunnen maken en de politieke onafhankelijkheid onder druk zouden zetten, schrijven Karsten en Bastiaans in het Tijdschrift voor Veiligheid.
Omstandigheden
Naar schatting worden er ongeveer duizend drugspanden per jaar gesloten. De onderzoekers hebben in totaal 27 casussen in 15 gemeenten in Zuidoost-Brabant bekeken, waarbij de burgemeester een drugspand sloot. Drugsproblematiek komt in deze regio veelvuldig voor.
Burgemeesters volgen niet geheel klakkeloos het vooraf vastgestelde beleid, maar wegen ook de omstandigheden mee, zo blijkt. Dat doen ze bij het grootste deel van de 120 overwegingen die meewegen in hun besluit, 37,5 procent. Werd bijvoorbeeld de pandeigenaar bedreigd of wist diegene van niks? Wordt het pand direct gesloten of eerst een voorwaardelijke of gedeeltelijke sluiting opgelegd, of een bestuurlijke waarschuwing afgeven?
In 30 procent van de overwegingen wordt puur het vastgestelde beleid gevolgd. Dit om zich goed te kunnen verantwoorden in geval van beroep tegen het besluit. De rechter heeft burgemeesters meer dan eens teruggefloten bij een woningsluiting.
Type leiderschap
Volgens Karsten en Bastiaans zeggen de drijfveren van de overwegingen iets over het type leiderschap van de burgemeester. De overweging om een drugspand te sluiten is volgens het onderzoek dus vaak gebaseerd op wat van hem of haar verwacht wordt volgens de algemene beleidskaders. Dit soort overwegingen zijn een uiting van leiderschap dat dienend is aan het beleid en weinig van politiek aard. ‘Op dit terrein heeft het leiderschap van de Nederlandse burgemeester, in ieder geval in de regio die wij onderzochten, dus een veel meer verbindend en apolitiek karakter dan tegenstanders van de burgemeester als sheriff soms doen geloven,’ aldus de onderzoekers.
Overtrokken
Wanneer een burgemeester een eigen politieke invulling geeft aan zijn bevoegdheid, de zogenoemde ‘visionaire leider met ideologische overwegingen’, dan wordt diegene minder politiek neutraal en minder verbindend. In dat geval zou er veel eerder sprake zijn van een problematische rolvermenging. Maar dit kwamen Karsten en Bastiaans maar zeven keer tegen. ‘Daarmee lijkt het beeld van de problematische rolvermenging enigszins overtrokken’, concluderen de onderzoekers.
‘Het blijkt dat burgemeesters vooral beleidsmatige en situationele overwegingen hanteren. Bovendien volgen ze meestal het gemeentelijke Damoclesbeleid. Van de afspraken in de regio wijken ze wel veel af, maar dat doen ze juist om situationeel gepast te kunnen handelen. Van visionair en controversieel leiderschap is zodoende nauwelijks sprake. Wat ons betreft vraagt dit mechanisme om een herijking van het regionale Damoclesbeleid, waarbij meer rekening wordt gehouden met de lokale uitwerking en casusspecifieke omstandigheden.’
Geef een reactie