Met de komst van zonneparken en biomassacentrales lopen gemeenten tegen schimmige investeerders aan. Screening volgens de Wet Bibob komt vaker voor. Gemeenten moeten zich wapenen tegen de voor criminelen aanlokkelijke verdienmodellen van de energietransitie.
In juni vorig jaar besloot de provincie Utrecht de vergunning voor de uitbreiding van een biogascentrale in Bunschoten definitief te weigeren. Uit Bibob-onderzoek was gebleken dat er een ernstig gevaar bestond dat het betreffende bedrijf de vergunning zou gebruiken om geld afkomstig van strafbare feiten te investeren of strafbare feiten te plegen. Ook de bestaande vergunningen van de centrale zijn ingetrokken. Omdat de rechter dat te ver vond gaan, mag het bedrijf voorlopig open blijven. De provincie moet eerst een betere belangenafweging maken.
Meststoffenfraude
Tegen het bedrijf loopt ook een strafrechtelijke procedure. In december is een rechtszaak vanwege de verdenking van grootschalige meststoffenfraude gestart. Zo zouden reststromen uit de biogascentrale illegaal zijn toegepast op Nederlandse landbouwgronden.
Een jaar eerder, eveneens in juni, besloot Oldambt een streep te zetten door de plannen voor een zonnepark in Finsterwolde. De gemeente in Oost-Groningen wilde op de betreffende locatie heel graag zonne-energie realiseren als bijdrage aan de energietransitie, maar de initiatiefnemers van de twaalf hectare aan zonnepanelen kregen nul op het rekest. Een Bibob-procedure leverde een negatief advies op. Op de inhoud ervan kan de gemeente niet ingaan, omdat de wet hierover geheimhouding oplegt.
Geen zonnepark
Een woordvoerder van Oldambt licht toe dat het onderzoek volgens de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) uitwees dat er ‘een risico is dat de gemeente te maken krijgt met ondernemers die wellicht niet altijd doen zoals moet’. Voor de bouw van de zonneweide hadden zich tientallen gegadigden gemeld. Uiteindelijk besloot Oldambt om helemaal geen zonnepark meer in Finsterwolde aan te leggen.
Ook de gemeente Noardeast-Fryslân haalde najaar 2018 (toen nog als Dongeradeel) de Wet Bibob uit de kast om de vergunningaanvraag voor een zonneweide in Dokkum (17,5 hectare) te parkeren. De Groningse ontwikkelaar die de aanvraag had ingediend, was in opspraak gekomen door verdachte grondtransacties rond een locatie in Emmen, die in korte tijd voor een miljoen euro van eigenaar wisselde. Zelf beweerde de zonneparkontwikkelaar dat met het bouwrijp maken van kavels voor zonneweides nou eenmaal veel kosten zijn gemoeid.
Onderzoek door het Landelijk Bureau Bibob (LBB), dat bijna een jaar op zich liet wachten, wees uit dat er gronden waren om de vergunning niet te verlenen. De precieze reden kan het bureau noch de gemeente onthullen. Het bedrijf heeft de betreffende locatie inmiddels verkocht aan Nuon (huidig Vattenfall).
Criminele activiteiten
Deze gevallen zijn illustratief voor de mogelijke risico’s waar steeds meer gemeenten tegenaan lopen, weet advocaat Nathan Gradisen. Als expert in de Wet Bibob helpen hij en twee collega-advocaten gemeenten zich te wapenen tegen twijfelachtige duurzaamheidsinvesteerders.
Eerder was Gradisen coördinator van de Bibob-eenheid van de provincie Noord-Brabant. ‘Het laatste wat gemeenten willen is dat ze onbewust en ongewild criminele activiteiten faciliteren. Met de Wet Bibob kunnen ze voorkomen dat een vergunning op onjuiste gronden wordt verstrekt en is te misbruiken voor het plegen van strafbare feiten,’ licht Gradisen toe.
Juridische bijstand
Een aantal gemeenten heeft het advocatenkantoor ingeschakeld in verband met de integriteit van (rechts)personen die bij duurzaamheidsprojecten zijn betrokken en waarbij een Bibob-procedure speelt of heeft gespeeld. Volgens Gradisen hebben gemeenten juridische bijstand hard nodig, omdat ook deze partijen zich uitgebreid door advocaten bij laten staan. Zijn kantoor is rond dit thema enkel actief voor overheden.
De advocaat is gebonden aan de wettelijke geheimhoudingsplicht en kan niet uitweiden over concrete zaken en cliënten. Hij kan wel aangeven welke ontwikkelingen hij ziet. Zo neemt het aantal integriteitsscreeningen bij duurzame investeringsprojecten toe. ‘Harde cijfers heb ik niet, maar wij zien steeds meer gemeenten die dit soort vraagstukken op zich af zien komen. In het buitengebied worden nu volop zonneparken aangelegd. Daar komen veel investeerders op af en steeds vaker partijen met een dubieuze achtergrond.’
Aanlokkelijk verdienmodel
Criminelen speuren altijd naar kansen om geld te verdienen, aldus Gradisen. ‘Daar lenen dit soort projecten waar ook grote subsidiebedragen in omgaan, zich bij uitstek voor. Via buitenlandse rekeningen kunnen ze bovendien zwart geld via zo’n investering in een zonnepark witwassen. Ook verlenen gemeenten regelmatig vergunningen voor biomassa- en mestvergistingsinstallaties, terwijl het OM grote risico’s ziet in die branche. Dat type installaties biedt een aanlokkelijk verdienmodel voor criminelen, weten we uit verschillende zaken, omdat ze de mogelijkheid bieden afvalstromen illegaal te verwerken. De ontdoener ontloopt vervolgens de rekening die hij moet betalen om volgens de geldende milieuregelgeving van zijn afval af te komen.’
Gradisen raadt gemeenten aan bij aanvragen voor vergunningen en subsidies voor duurzaamheidsprojecten standaard een Bibob-onderzoek te doen. Gemeenten zouden zo’n voorwaarde specifiek in hun beleid moeten opnemen. ‘Ingewikkeld is dat niet,’ zegt de advocaat, ‘en zoiets hoeft niet per se vooraf. Als een vergunning al is verleend en er komt een signaal binnen dat het zaakje niet deugt, kan alsnog een Bibob-onderzoek worden gestart. Initiatiefnemers zijn dan in elk geval verplicht zoveel mogelijk informatie te verschaffen over hun financiers. Dat kan gemeenten snel duidelijkheid geven over partijen waarmee ze in zee gaan.’
Erwin Lindeijer says
Jammer dat niet het hele plaatje wordt geschetst, maar vooral dat van die advocaten (die voor gemeenten aan de slag zijn/willen). Dat het rijk en RVO aan de bak moeten omdat zij feitelijk de businesscase mogelijk maken met subsidie, niet de vergunningverlener, zou ook aangekaart moeten worden. Ook als gemeenten het goed doen met de verplichte BIBOB, ervaren we dat de vergunningverlener vaak vastloopt op de afhankelijkheid en volgordelijkheid van de subsidie. Immers, bij vergunningverlening weten de (bonafiede) ontwikkelaars nog niet wie precies hun financiers worden (banken geven zonder vergunning zelfs niet eens een offerte van hun bijdrage), omdat alleen met de RVO-subsidie het zin heeft om serieus naar financial close te gaan.