Gemeenten kunnen werk beter inzetten om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan, vooral onder jongeren. Ook is betere samenwerking op lokaal niveau nodig om succesvol criminaliteit te voorkomen. Vertrouwen is daarbij van groot belang. Dat komt uit onderzoek naar voren.
Uit twee onderzoeken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) blijkt duidelijk dat niet of nauwelijks werken en een laag inkomen criminaliteit in hand werkt. SZW onderzocht de relatie tussen bestaanszekerheid, arbeidsparticipatie en criminaliteit in kwetsbare wijken. Een tweede onderzoek bekeek de rol van werk in de lokale aanpak.
Bestaanszekerheid
De onderzoeken zijn gedaan vanuit de preventieve aanpak van ondermijning, in samenhang met de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Zonder bestaanszekerheid en werk, in combinatie met andere problemen, gaan mensen eerder de criminaliteit in. Ook uit deze twee onderzoeken blijkt volgens SZW dat inzet vanuit de gehele overheid, werkgevers en het onderwijs nodig is.
BOTOC
Door het vorige kabinet is een Breed Offensief tegen Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) opgezet. Acht gemeenten werken aan een geïntegreerde, preventieve aanpak van georganiseerde criminaliteit. Dit wordt uitgebreid naar nieuwe of aanvullende aanpakken van zestien gemeenten.
Volgens het ministerie van SZW is in de plannen van de BOTOC-gemeenten weinig aandacht voor de invloed die het hebben van een baan kan hebben bij het voorkomen dat jongeren de criminaliteit in gaan. De centrale vraag van het onderzoek is dan ook: hoe kan werk een essentieel en substantieel onderdeel wordt van de preventieve aanpak van ondermijning?
Gemeenten kunnen werk beter inzetten om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan, als er outreachend wordt gewerkt. Dat betekent dat hulpverleners zelf initiatief nemen door mensen op te zoeken en hulp en diensten aan te bieden. Ook beter samenwerken, zoals tussen de afdeling veiligheid en Werk & Inkomen is belangrijk. Net als intensiever contact met lokale werkgevers voor lokale werkplekken. Een aantal gemeenten pakt dit al goed op, volgens het onderzoek.
Uit de praktijk
In het rapport staan wel voorbeelden binnen de BOTOC-aanpak uit de praktijk. Bijna alle gemeenten werken met coaches of jongerenwerkers die ‘de jongere oppakken en niet meer loslaten’ totdat hij of zij weer op het juiste pad is beland. Hiervoor worden externe partijen ingehuurd, of het gaat via bijvoorbeeld een jongerenloket. Deze coaches werken outreachend en hebben een netwerk van werkgevers waar ze jongeren proberen onder te brengen.
Ook worden ervaringsdeskundigen ingezet die jongeren die dreigen af te glijden indringend te confronteren met de negatieve kanten van de keuzes die ze maken. Zodat een baan alsnog aantrekkelijker wordt dan veel geld verdienen met criminaliteit .
In meer dan de helft van de BOTOC-projecten zitten lokale ondernemers die ‘dicht bij de doelgroep staan’ en ‘een groot netwerk onder werkgevers hebben’. Ze worden ingehuurd door de gemeente om in samenwerking met jongerenwerk de doelgroep op het rechte pad te houden.
Wijkgerichte aanpak
Het impulsprogramma van SZW hangt samen met allerlei acties om jongeren uit de criminaliteit te houden. Dit kabinet maakt geld vrij voor gemeenten met wijken waar risico’s groot zijn dat jongeren worden geronseld door (drugs)criminelen. Hierbij staat een intensieve persoonsgerichte aanpak centraal, ook door de intimiderende druk van criminelen en verleidingen van het foute geld dat wordt verdiend met drugshandel in buurten.
Het kabinet kondigde daarom eerder dit jaar aan om met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid te investeren in 20 kwetsbare gebieden in Nederland, om het toekomstperspectief van bewoners te verbeteren. SZW gaat de inzichten uit de onderzoeken bespreken met deze gemeenten, om de lokale aanpak samen te versterken.
Drugscriminaliteit
De komende jaren zet minister Weerwind voor Rechtsbescherming ook extra miljoenen in om drugscriminaliteit onder jongeren tegen te gaan. Het bedrag loopt op naar 61 miljoen euro structureel per jaar. Dit komt bovenop de eerder aangekondigde 82 miljoen euro. Vanaf 2025 is er daardoor jaarlijks 143 miljoen euro om jeugdcriminaliteit een halt toe te roepen.
Strijd opgevoerd
Bovengenoemde acties zijn ook onderdeel van de strijd tegen de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit die op alle fronten wordt opgevoerd. Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid stuurde afgelopen vrijdag een najaarsbrief aan de Tweede Kamer met maatregelen. Ook het uitbreiden van de sluitingsbevoegdheid van burgemeesters valt hieronder.
Geef een reactie