Bij het uitzetten van illegale vreemdelingen staat de politie onder het exclusieve gezag van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Een burgemeester mag een uitzetting dus niet tegenhouden. Dat meldden de ministers Leers (Immigratie, Integratie en Asiel), Opstelten (Veiligheid en Justitie) en Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) eerder deze week, op basis van een advies van twee hoogleraren.
Gezag
De hoogleraren Brouwer (Rijksuniversiteit Groningen) en Schilder (Vrije Universiteit Amsterdam) stellen vast dat bij het uitvoeren van de Vreemdelingenwet de politie onder het exclusieve gezag staat van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel. Bij het handhaven van de openbare orde in een gemeente valt de politie onder het gezag van de burgemeester.
Oneigenlijk
Als een burgemeester bang is voor verstoring van de openbare orde bij het uitzetten van een vreemdeling, dan kan de burgemeester de politie inzetten om de openbare orde te handhaven. Als de burgemeester in zo'n geval de uitzetting tegengaat of verbiedt, zou dat oneigenlijk gebruik van zijn bevoegdheid zijn. Alleen als er niet genoeg politie is om ernstige ordeverstoringen te beteugelen, is er sprake van bestuurlijke overmacht. In dat geval kan de burgemeester extra politiebijstand aanvragen.
Onrust
Aanleiding voor het onderzoek door de hoogleraren was de stelling van een veertigtal burgemeesters dat ze niet wilden meewerken aan uitzetting van een vreemdeling als dat zou leiden tot onrust in hun gemeente. Burgemeester Els Boot van Giessenlanden weigerde ook echt; zij verbood de politie in haar gemeente mee te werken met de uitzetting van een Afghaanse man die wordt verdacht van oorlogsmisdaden.
Geef een reactie