Burgemeester Els Boot van de gemeente Giessenlanden heeft de politie maandag verboden mee te werken aan de uitzetting van de 45-jarige Afghaanse vluchteling Rafiq Naibzay.
De man probeert al 14 jaar een verblijfsvergunning te krijgen. Zijn ernstig zieke vrouw en vier kinderen hebben wel een verblijfsvergunning. Volgens diverse psychiatrische rapporten kan de vrouw niet zonder de zorg van haar man en de kinderen niet zonder hun vader.
Volgens Boot (PvdA) hebben de gemeente en de dorpsbewoners alles gedaan om CDA-minister Gerd Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) op andere gedachten te brengen. Nu de bewindsman vrijdag opnieuw een verblijfsvergunning afwees, ziet Boot geen andere uitweg dan de politie te verbieden mee te werken aan uitzetting.
Zorgplicht
Op basis van de psychiatrische rapportages zegt Boot te vrezen voor rampzalige gevolgen als de man wordt uitgezet. “Ik ben als burgemeester gehouden aan mijn zorgplicht voor iedere inwoner. Ik kan niet met de handen op de rug een dergelijk drama in mijn gemeente afwachten”, aldus de burgemeester.
Na de opschudding rond de Afghaanse familie Qadiri uit Coevorden heeft het kabinet de burgemeesters nog eens op de rolverdeling gewezen. De burgemeester weigerde toen ook de medewerking van de politie aan uitzetting. Dit gezin mocht uiteindelijk toch in Nederland blijven.
In de circulaire die Leers en zijn collega's eind november stuurden, staat dat de burgemeester maatregelen kan nemen als een uitzetting de openbare orde dreigt te verstoren. Dat kan het geval zijn als er in een plaats veel onrust is ontstaan. Maar de burgemeester mag dit niet aangrijpen om uitzetting tegen te gaan. De vreemdelingenpolitie staat onder het gezag van de minister.
Misdadiger
Met een brief wil Leers de burgemeester nogmaals duidelijk maken dat het gaat om een man die wordt verdacht van oorlogsmisdaden. Nederland wil geen toevluchtsoord zijn voor oorlogsmisdadiger. De minister zegt op dit moment geen aanleiding te zien voor een gesprek met de burgemeester.
Geef een reactie