De preventieve aanpak van radicaliserende jongeren in de wijk komt in het gedrang door bezuinigingen bij de politie, stellen burgemeesters van tien grote steden.
Jozias van Aartsen, Ahmed Aboutaleb, Hubert Bruls, Rob van Gijzel, Eberhard van der Laan, Peter Noordanus, Annemarie Penn-te Strake, Peter den Oudsten, Bernt Schneiders en Jan van Zanen schrijven bepleiten in een opiniestuk in de Volkskrant de noodzaak van meer investeringen in de politie.
“Het piept en het kraakt bij de politie. Dat baart ons zorgen”, zo beginnen de burgemeesters. “Wij zien in de praktijk dat de bezuinigingen nu effect gaan hebben op de slagkracht van de politie. Daarom zijn maatregelen nodig.”
Volgens de burgemeesters ontstaat er een structureel tekort aan politiemensen door de bezuinigingen. De norm van één wijkagent op de vijfduizend inwoners kan zonder nieuwe investeringen niet gehaald worden laten zijn weten. En dat baart nu meer zorgen omdat algemeen wordt aangenomen dat de preventieve aanpak van de inzet van een wijkagent voor een deel kan verklaren dat er nog geen terroristische aanslag heeft plaatsgevonden op Nederlands grondgebied.
De burgemeesters stellen een investeringsagenda voor, deze behelst negen punten:
- Afspraak is afspraak: gemiddeld één wijkagent op vijfduizend inwoners.
- Er komen meer volledig inzetbare politiemensen bij.
- Het aantal wijkagenten gaat met 20 procent omhoog (700 fte’s)
- De afspraak dat minimaal een vijfde van de wijkagenten hbo moet hebben, is niet genoeg. In de complexe wijken worden universitair geschoolde politiekundigen aan de teams toegevoegd.
- Er wordt geïnvesteerd in permanente educatie van medewerkers in de wijken. De integrale aanpak van problemen staat daarbij centraal.
- De professionaliteit van de intelligence neemt toe.
- De teams worden diverser (etniciteit, senioriteit, geslacht).
- De wens van het OM wordt vervuld: extra geld voor de kwaliteit van de opsporing.
- Er is een cultuuromslag nodig van actiegericht naar probleemgericht.
Geef een reactie