In de aanloop naar de troonswisseling op 30 april zal ruimte zijn voor demonstraties tegen de monarchie.
Dat heeft minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten gisteren duidelijk gemaakt tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer. Opstelten was naar de Kamer geroepen door D66-leider Alexander Pechtold. Die wilde opheldering over een incident dat zich vrijdag voordeed in Utrecht, waar koningin Beatrix haar verjaardag vierde. Een studente die een protestbord omhoog hield, werd door agenten weggevoerd.
Pechtold zei bezorgd te zijn over het politieoptreden. “Als we iemand na zo’n milde vorm van protest al wegsturen, krijgt de politie het in aanloop naar 30 april nog druk”, zei hij.
Tegenstanders
Volgens de D66-leider moet er ruimte zijn voor tegenstanders van de monarchie. “Protesten moeten niet worden tegengehouden, maar in goede banen worden geleid.” Opstelten antwoordde dat het al dan niet verbieden van demonstraties een zaak is van de gemeentelijke autoriteiten. Die zullen daar niet snel toe overgaan, omdat een onterecht verbod door de rechter ongedaan zal worden gemaakt.
“Je moet als burgemeester van goeden huize komen om een demonstratie te verbieden.” Hij wees er verder op dat de politie in Utrecht al heeft toegegeven dat het optreden tegen de studente niet in de haak was.
‘Fijne feestdag’
ChristenUnie en SGP bepleitten juist een stevige aanpak van demonstranten. ChristenUnie-leider Arie Slob wees op de rellen tijdens de vorige troonswisseling in 1980. “Ditmaal moet er alles aan worden gedaan dat 30 april een fijne feestdag wordt. De politie moet tijdig optreden als mensen de orde willen verstoren.”
SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij stelde dat de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd is. “Als er misbruik van wordt gemaakt door beledigend of opruiend optreden, moet er geen schroom zijn op om op te treden.”
Geef een reactie