Satire hoort bij carnaval, vinden burgemeesters. Daarom moet het ook geen probleem zijn als de profeet Mohammed met een biertje in zijn hand op een carnavalskar staat te dansen.
Geen van de vijf door Binnenlands Bestuur ondervraagde burgemeesters willen grappig bedoelde uitingen met carnaval verbieden. Eigenlijk verwachten ze niet eens voor die keuze te staan. Vroeger werden pastoors vaak met een knipoog op de karren gezet; nu zou een imam aan de beurt kunnen zijn.
“Daar hoef ik als burgemeester helemaal niet op te letten”, stelt burgemeester Jos Heijmans van de gemeente Weert. “Natuurlijk kunnen mensen ook verkleed als Mohammed van café naar café gaan. Ik vind dat ik daar als burgemeester ook niet op moet letten.”
Controle
De carnavalsverenigingen voeren ook hun eigen controle uit, weten de burgemeesters. Erg seksistische of discriminerende poppen op karren worden zo bijvoorbeeld al uitgesloten. “De organisator van de optocht bepaalt of dat wenselijk is”, zegt burgemeester Antoin Scholten van Venlo. “Mohammed kan ook tussen het publiek gaan staan. Pas als de openbare orde en de veiligheid aan de orde komen, zal ik handhaven.”
Aanleiding voor de rondvraag is de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo en een joodse supermarkt, waarbij moslimfundamentalisten andersdenkenden met automatische geweren om het leven brachten.
Agressiebeheerser Koen Lucas reageert onderaan het artikel met de burgervaders dat het belangrijk is respect te hebben voor het wereldbeeld van de ander. “Burgemeesters zouden op z’n minst een ontmoedigingsbeleid kunnen voeren”, is de afwijkende mening.
Geef een reactie