De aanpak van mobiele bendes wordt verder versterkt. Een betere uitwisseling van informatie met buitenlandse politiediensten moet de politie helpen bij het opsporen, aanpakken en tegenhouden van rondtrekkende bendes uit Centraal- en Oost-Europa.
Dat schrijft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer.
De betere uitwisseling van gegevens moet ervoor zorgen dat de politie scherper zicht krijgt op dadergroepen, verblijfplaatsen en veelgebruikte routes. Dat moet helpen bij het opsporen en tegenhouden van mobiele bendes. Door de betere informatie-uitwisseling kan ook de identiteit en eventuele antecedenten van aangehouden personen beter worden gecontroleerd. Daarnaast gaat de politie meer werk maken van het verstoren en frustreren van mobiele bendes met handhavingcontroles en de aanpak van het helingcircuit.
In de brief schrijft minister Opstelten ook dat verdachten uit Oost-Europa zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland zoveel mogelijk worden vastgehouden zodat afdoening via snelrecht leidt tot lik-op-stuk-beleid. Verder heeft minister Opstelten afspraken gemaakt met zijn Belgische en Duitse collega’s over betere samenwerking in de strijd tegen mobiel banditisme. Zo komt er een gezamenlijke werkgroep die zich bezighoudt met grensoverschrijdende woninginbraken en carjackings.
In de brief staan ook de resultaten van de integrale aanpak die de politie in 2012 samen met onder andere het bedrijfsleven heeft ingezet om mobiel banditisme tegen te gaan. Zo houdt de politie wekelijks specifieke acties en maandelijks grootschalige acties tegen mobiele bendes. Ook is het aantal aangehouden verdachten uit Oost-Europa is gestegen van 4300 in 2010 naar bijna 5000 in 2012. De meesten worden verdacht van woninginbraken, voertuigcriminaliteit en winkeldiefstallen. Samen met het bedrijfsleven zijn de afgelopen anderhalf jaar tal van preventieve maatregelen in gang gezet waardoor onder andere het aantal gevallen van ladingdiefstal en skimming is teruggedrongen.
Geef een reactie