Gemeenten hebben behoefte aan ‘duidelijke juridische kaders’ om burgers online te kunnen volgen. Zo moet het tegengaan van ‘online aangejaagde ordeverstoringen’ een legitiem doel worden om sociale media in de gaten te houden.
Online monitoring door gemeenten ligt gevoelig en leidt geregeld tot discussie. Lokale overheden zouden de regels niet kennen en de privacy schenden. Onderzoekers sloegen met deze kritiek de spijker op de kop, zoals nu ook officieel wordt bevestigd. ‘Ondanks maatschappelijke noodzaak en bestuurlijke behoeften is er op dit moment geen wettelijke basis voor het monitoren van online activiteiten,’ schrijft de VNG.
Toch blijven monitoren
De ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid werken inmiddels samen aan de vereiste juridische basis. ‘Dit laat helaas nog wel enige tijd op zich wachten,’ aldus de VNG. Niets doen blijkt in de tussentijd geen optie voor gemeenten. Om toch te kunnen blijven monitoren, wordt daarom eerst gegrepen naar noodoplossingen. ‘Het gebrek aan een expliciete juridische basis betekent niet dat er niets mag. Afgelopen week kwamen er handreikingen uit om ambtenaren en bestuurders verder op weg te helpen.’
De handreikingen bieden gemeenten een ‘handelingsperspectief’ in het geval van online opruiing, desinformatie en bedreiging. Zo is er de Interventiekaart Aanpak online aangejaagde openbare ordeverstoringen. Die kaart is gepubliceerd door Noord Holland Samen Veilig op basis van onderzoek door NHL Stenden Hogeschool. Deze hogeschool was tevens de afzender van het alarmerende ‘blackbox’-rapport over de online volgpraktijken. Verder zou er voor gemeenten inmiddels een juridische checklist zijn voor online monitoring.
‘Onvoldoende doorgrond’
Nader onderzoek naar online monitoring werd onlangs gepresenteerd door de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Die stelt vast dat ook de inlichtingendiensten hun wettelijke bevoegdheden te buiten zijn gegaan met de inzet van geautomatiseerde ‘open source intelligence’, oftewel OSINT. Technologie om op grote, geautomatiseerde schaal burgers te volgen, is relatief nieuw en valt daardoor nog niet onder specifieke wetgeving, ondanks de mogelijk verstrekkende gevolgen voor de privacy.
Als inlichtingendiensten hier toch gebruik van willen maken, dan moeten ze minimaal begrijpen hoe de instrumenten functioneren. Dat blijkt niet het geval, en ook de gebruikte bronnen hebben de diensten ‘in onvoldoende mate doorgrond om zodoende aan de bepalingen met betrekking tot gegevensverwerking te kunnen voldoen’. De commissie dringt aan op verbetering van de werkwijze, niet alleen bij de inlichtingendiensten, maar ook bij ‘andere overheden’ die deze technologieën gebruiken.
Desinformatie verkiezingen
Hoe gemeenten in de aanloop naar de verkiezingen online kunnen optreden tegen desinformatie heeft het ministerie van BZK speciaal op een rij gezet, met juridische en praktische tips. Volgens het ministerie hebben ook gemeenten steeds vaker te maken met desinformatie, wat ‘veel impact’ kan hebben.
Heniusz says
Zeg eens, gaat dit niet gewoon tegen ongeveer elk grondrecht in? Voel me af en toe steeds meer in het land van Franz Kafka! Stop met deze onzin, de wettelijke basis bestaat niet eens!