Seksuele intimidatie in het openbaar wordt strafbaar als overtreding. Gemeenten zijn nauw betrokken bij hoe boa’s dit kunnen gaan handhaven. Een aantal gemeenten is zelf ook flink bezig om straatintimidatie aan te pakken. Zoals Arnhem, Den Bosch, Enschede, Rotterdam en Utrecht. Vooral het melden ervan wordt makkelijker gemaakt.
Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid stuurde half oktober het wetsvoorstel seksuele misdrijven naar de Tweede Kamer. ‘De huidige strafwetgeving met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag is verouderd en schiet op onderdelen tekort,’ schrijft ze. Zo wordt seksuele intimidatie in het openbaar, oftewel straatintimidatie, strafbaar.
Boa’s domein I
Naast de politie zouden buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) volgens de minister kunnen worden ingezet bij het tegengaan van seksuele intimidatie op straat. Gemeenten willen zelf ook handhaving door boa’s domein I mogelijk maken. Daarom worden gemeenten nauw betrokken bij de invoering van het wetsvoorstel, om te kijken of en hoe boa’s kunnen handhaven. En wat ze nodig hebben om deze taak goed uit te kunnen voeren, bijvoorbeeld op het gebied van opleiding.
De werkgevers van de boa’s uit de andere domeinen, zoals de groene boa’s, zien geen mogelijkheden om te handhaven op straatintimidatie. Wel zien zij een rol in het voorkomen van seksuele intimidaties, bijvoorbeeld door campagnes en werken aan sociale veiligheid.
Adviezen
Minister Yeşilgöz heeft adviezen over dit wetsvoorstel van onder meer de politie, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Tilburg en Stichting Stop Straatintimidatie meegenomen. ‘Zij onderstrepen de urgentie van de problematiek en het maatschappelijke belang om hiertegen op te treden.’
Strafbaar stellen
‘Om de maatschappelijke norm op lange termijn écht te veranderen, is het van belang om duidelijke normen en grenzen te stellen,’ aldus de gemeente Utrecht. ‘Het strafbaar stellen van straatintimidatie en het handhaven hierop zijn van groot belang. We zijn daarom blij dat de minister van Justitie en Veiligheid seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar stelt. Bij het tegengaan van intimidatie op straat zien wij ook een rol voor onze boa’s. Over de uitwerking van het wetsvoorstel blijven we graag in gesprek met de minister.’
Utrecht gaat de komende jaren zelf nog meer werk maken van het aanspreken van mannen en jongens over straatintimidatie en grensoverschrijdend gedrag tegen vrouwen. Dat staat in het Actieplan Straatintimidatie 2022-2026. ‘Waar eerst werd gekeken hoe we vrouwen weerbaarder konden maken, spreken we nu mannen en jongens aan,’ aldus burgmeester Sharon Dijksma. ‘Op die manier worden zij, in plaats van het probleem, een belangrijk deel van de oplossing.’
Niet normaal
Met voorlichting en bewustwordingscampagnes wil Utrecht onder de aandacht brengen dat dit gedrag niet normaal is. Ook betrekt de gemeente sportclubs bij de aanpak, bijvoorbeeld door het inzetten van rolmodellen uit de sportwereld bij campagnes. Het melden van straatintimidatie wordt vanaf november makkelijker met een nieuw meldingssysteem. Op basis hiervan kunnen nog gerichter fysieke aanpassingen gedaan worden. Bijvoorbeeld het anders inrichten van de openbare ruimte, het opschroeven van de straatverlichting en inzetten van handhaving en jongerenwerk.
Meldpunten
Den Bosch start in de eerste helft van 2023 met een online meldpunt straatintimidatie, zodat slachtoffers hun melding kwijt kunnen en we meer inzicht krijgen in de ervaren overlast. ‘We zoeken zo veel mogelijk samenwerking met bestaande initiatieven. Waar het gaat om criminaliteit, blijft de politie aan zet,’ staat in het bestuursakkoord van de gemeente.
In 2019 gaf 63 procent van de ondervraagde Arnhemse vrouwen aan ervaring te hebben met seksuele straatintimidatie of seksueel overschrijdend gedrag. ‘Het heeft vaak grote mentale gevolgen en kan bovendien fysiek gevaarlijk worden.’ De gemeente begon eind 2020 daarom met de eerste stappen van het uitvoeringsplan seksuele intimidatie. In 2021 ging het meldpunt seksuele intimidatie online.
Ook Enschede is aangesloten bij dat meldpunt. ‘Sinds 2021 pakken we seksuele intimidatie op straat harder aan. Vanuit de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) is het strafbaar gesteld. Dit meldpunt is een volgende stap.’
Niet rechtsgeldig
Maar het strafbaar stellen via de APV is niet rechtsgeldig. ‘Om het lokaal gevoelde hiaat in de mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden en bijvoorbeeld een boete uit te delen, zijn verschillende gemeenten, waaronder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg ertoe overgegaan straatintimidatie strafbaar te stellen in de APV,’ schrijft Yeşilgöz. Maar het gerechtshof in Den Haag oordeelde in 2019 dat dit in strijd is met de Grondwet.
Het ging hierbij om Rotterdam, in 2018 de eerste gemeente die seksuele straatintimidatie strafbaar stelde. Door de uitspraak is de lokale strafrechtelijke aanpak van straatintimidatie stopgezet en wordt sindsdien ingezet op landelijke strafbaarstelling. De meldapp van de gemeente is nog wel actief. Met de ‘StopApp’ kunnen vrouwen de locatie waar zij seksueel geïntimideerd worden anoniem doorgeven. Rotterdam verzamelt de data en handhaafd gericht op basis van de meldingen. Ook vraagt de gemeente aandacht voor het onderwerp via mobiele exposities.
Gericht handhaven
Met de wetsaanpassing krijgen gemeenten meer mogelijkheden om gericht te handhaven. Het ‘een ander in het openbaar indringend seksueel benaderen door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten’, wordt strafbaar. Zoals het maken van expliciete seksuele toespelingen of het aanraken van lichaamsdelen. Maar ook geluiden, als sissen, klakken of fluiten.
Bewijs
Voor het bewijs zijn ‘de inhoud en aard van de gedraging zelf en de context waarin deze plaatsvond doorslaggevend. Het opstellen van een zogenaamd ‘sfeer’ proces-verbaal, waarmee bij de handhaving van de Rotterdamse APV-bepaling ervaring is opgedaan, kan hierbij helpen,’ schrijft Yeşilgöz. Bij constatering van een strafbaar feit kan het Openbaar Ministerie vervolgen en bestraffen. Het gaat om een gevangenisstraf van maximaal drie maanden of een geldboete van 8700 euro. In de praktijk zal volgens de minister vooral een boete worden opgelegd.
Geef een reactie