De afgelopen jaren leren gemeente en politie geleidelijk aan hoe de criminaliteit gepleegd door jongeren beter is te bestrijden. Zes trends kenmerken deze handhaving.
De trends staan beschreven in het boek Vlindermessen en djonko’s, geschreven door criminoloog en bestuurskundige Eric Bervoets. In het boek volgt hij de criminele activiteiten van een jeugdbende in Amsterdam-West.
Bervoets zet deze casus af tegen de landelijke tendensen om de overlast, diefstal en geweld te verminderen en komt zo tot de trends:
– Aandacht voor groepen en hangplekken;
– Het zoeken van best practices;
– Meetbare doelstellingen formuleren;
– Focus op jeugdige veelplegers;
– Het introduceren van veiligheidshuizen;
– Het in kaart brengen van risicofactoren.
Eerst de hangplekken, voorheen nog gezien als plaatsen voor onschuldig tijdverdrijf. Er was vaak wat overlast, dat wel. Toch werden ze niet gezien als broedplaatsen voor criminaliteit. Het is een denkbeeld dat kantelt. “Het deelnemen aan een groep is een krachtige voorspeller voor een latere (gewelddadige) criminele carrière”, schrijft Bervoets in het boek.
Er is verder overtuigend bewijs verzameld voor een gebiedsgerichte aanpak van overlast en criminaliteit. Als goed voorbeeld wordt de gemeente Helmond genoemd. De wijk- en praktijkgerichte aanpak door frontlijnmedewerkers van politie, straathoekwerk en jongerenwerk aldaar werpt zijn vruchten af.
Onderzoek
In de wetenschappelijke literatuur over het onderwerp, alsook in de praktijk, ziet Bervoets een beweging naar methodes om criminaliteit door jongeren te handhaven. Bervoets wijst op het werk van het Kennisfundament Risicojeugd van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum voor gemeenten die op zoek zijn naar aangrijpingspunten voor hun beleid.
Meetbare doelstellingen
New public management, een bestuurskundige stroming om doelstellingen meetbaar te maken, heeft vooral ook gezorgd voor een veelheid aan doelstellingen. Het meetbaar maken zorgt dan weer voor een hoop papierwerk. Het is de vraag of gemeenten niet meer vanuit hun vertrouwen in professionals moeten handhaven, is te concluderen uit het boek.
“Een ander trend die kan worden waargenomen is die van de aandacht voor jeugdige veelplegers”, schrijft Bervoets. “Al is het maar omdat beleidsmakers veelvuldig recidiverende jongeren zo zijn gaan noemen.” Voor de sociale omgeving werd vrijheidsbeneming het best. Het gaat hier om jongeren die keer op keer in de fout gaan en zo een negatieve stempel op hun omgeving drukken.
Veiligheidshuizen
De veiligheidshuizen zijn niet alleen preventief bezig. Hun werk is reactief en soms zelfs repressief geworden. De “samenwerkingsverbanden houden zich voornamelijk bezig met het opstellen van persoonsgerichte plannen van aanpak voor jeugddelinquenten en veelplegers, bijvoorbeeld”.
Risicofactoren
De ontwikkelingscriminologie kan volgens de auteur helpen om jeugdcriminaliteit in een vroeg stadium aan te pakken. Vooral in de veiligheidshuizen wordt gekeken naar risicofactoren als opvoedingsproblemen, een lage intelligentie of agressie in het gezin. De vraag is dan wel: “hoe vroeg moet je erbij zijn om een criminele carrière tegen te gaan en niet direct personen te brandmerken als potentiële jeugdcriminelen?”
Morgen volgen adviezen voor de aanpak van jeugdcriminaliteit op Gemeente.nu.
Mijn mening says
De slappe maatregelen zorgen ervoor dat het probleem niet opgelost wordt, maar dat het zich verplaatst. Ondanks alle positieve berichten loopt het steeds verder uit de klauw. Het langer laten doorwerken van oudere mensen zorgt tevens ervoor dat jongeren nog moeilijker aan de bak komen en als men dan moet werken heeft men geen werkervaring. Door verveling gaan jongren dingen bedneken die ze anders niet zouden doen. Maar onze overheid laat de problemen verder oplopen en komt dan met ingewikkelde rapporten vol “oplossingen”. De realiteit heeft ons de afgelopen 40 jaar aangetoond dat de overheid NIET IN STAAT IS om met een ECJTE OPLOSSING te kome voor veel problemen. Die overheid denkt alleen aan meer geld verkrijgen om daarmee de schade van hun wanbeleid te verminderen, en noemt de oplossing dan “bezuinigingen”. Zo’n slopend en niet-oplossend beleid zorgt voor snelle toename van problemen…die breder zijn dan in bovengenoemd artikel.