In 2023 voelde 15 procent van de bevolking zich wel eens onveilig in hun eigen buurt. Zo’n 35 procent van de Nederlanders voelt zich wel eens onveilig in het algemeen. Dat blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2023. Als het gaat om de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, is 44 procent van de bevolking (zeer) tevreden over het functioneren van hun eigen gemeente.
Demissionair minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) stuurde de monitor met een begeleidende brief naar de Tweede Kamer. De Veiligheidsmonitor is een tweejaarlijks onderzoek door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Het onderzoek richt zich onder op meer de veiligheidsbeleving en de mening van burgers over het optreden van de politie.
Onveilig voelen in je wijk
In zijn algemeenheid blijkt dat vorig jaar 15 procent van de inwoners zich wel eens onveilig voelde in hun eigen wijk. Dat is meer dan in 2021, toen dit nog uitkwam op 14 procent. Slechts 2 procent van de bevolking voelt zich vaak onveilig in hun buurt, ook dat is iets meer dan 2 jaar geleden. Meer dan een derde van de inwoners (35 procent) voelt zich wel eens onveilig. Ook dat is een lichte stijging ten opzichte van de vorige monitor.
Leefbaarheid in de buurt
De monitor behandelt verschillende thema’s en conclusies per deelgebied. Voor gemeenten zijn er een aantal zaken die opvallen. Zo krijgt de leefbaarheid in de buurt van inwoners, net zoals in 2021, een 7,6. Tien procent vindt dat de plek waar ze wonen er in de afgelopen 12 maanden op vooruit is gegaan, 17 procent is van mening dat hun buurt erop achteruit is gegaan. De grote meerderheid ziet geen verandering. De sociale cohesie in de buurt scoort in 2023 een 6,4. Dat varieert van een 5,8 in zeer sterk stedelijke buurten tot een 7,1 in niet stedelijke buurten.
Aanpak leefbaarheid en veiligheid
Bij de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, is 44 procent (zeer) tevreden over het functioneren van hun eigen gemeente. Dit percentage komt overeen met 2021. In de 55 gemeenten met meer dan 70.000 inwoners is 42 procent tevreden. Hierbinnen varieert het percentage inwoners dat (zeer) tevreden is over het functioneren van de gemeente wel: van 28 procent in Vlaardingen tot 59 procent in Amstelveen.
Naast Amstelveen scoren ook deze gemeenten hoger dan landelijk gemiddeld: Dijk en Waard, Ede, Groningen, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Nijmegen, Utrecht en Zwolle. Lager dan gemiddeld is de tevredenheid in de gemeenten Almere, Gouda, ’s-Gravenhage, Heerlen, Hoorn, Lelystad, Maastricht, Roosendaal, Rotterdam, Schiedam, Sittard-Geleen, Venlo, Vlaardingen, Voorne aan Zee en Zaanstad.
Tevredenheid over handhaving
Zo’n 3 op de 10 mensen zeggen dat gemeentelijke handhavers (vaak of soms) zichtbaar zijn in de buurt. Bijna 6 van de 10 geven dit aan voor andere plekken in de gemeente. Ongeveer een kwart is (zeer) tevreden over het functioneren van de handhavers in de eigen gemeente. Ruim een derde is over hen niet tevreden en niet ontevreden, 11 procent is (zeer) ontevreden. Verder zegt 30 procent dit niet te kunnen beoordelen.
Het percentage dat (zeer) tevreden is over het functioneren van gemeentelijke handhavers loopt uiteen van 20 procent in niet-stedelijke gemeenten tot 27 procent in zeer sterk stedelijke gemeenten.
Veel buurtoverlast in grotere gemeenten
De helft van de inwoners van gemeenten groter dan 70.000 inwoners ervoer in 2023 veel buurtoverlast. Vooral in de G4 (57 procent). Landelijk komt dit gemiddeld uit op 45 procent. Bij gemeenten groter dan 70.000 inwoners varieert het percentage dat veel overlast in de buurt ervaart van 35 in Súdwest-Fryslân tot 65 in Schiedam.
Van de inwoners van de grote gemeenten voelt zich 19 procent van zich weleens onveilig in hun eigen buurt, tegen 15 procent gemiddeld in Nederland. In de G4 voelt een kwart zich weleens onveilig in de eigen buurt.
Lokale overlast
Inwoners werden ook gevraagd wat voor soort buurtoverlast zij ervaren, op vier verschillende domeinen: fysieke verloedering, sociale overlast, verkeersoverlast en milieuoverlast. Het grootste overlastprobleem in de fysieke sfeer is, net zoals in 2018, hondenpoep: 57 procent geeft aan hier overlast van te ervaren en 16 procent ervaart veel overlast. In de sociale sfeer komt overlast van rondhangende jongeren en van buurtbewoners. Ongeveer 20 procent van de mensen geeft dit aan en ongeveer 5 à 6 procent zegt veel overlast te ervaren. Te hard rijden is de grootste overlastveroorzaker als het gaat om verkeer (56 procent). En als laatste geeft bijna 4 op de 10 inwoners aan dat ze overlast ervaren van een of meer vormen van milieuoverlast, zoals stank of geluid. Ruim 1 op de 10 ervaart veel milieuoverlast.
Geef een reactie