Auteur: Rein Bruinsma van Royal HaskoningDHV, projectleider VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering (2009) en milieuzonering nieuwe stijl (2019).
Het omgevingsplan onder de Omgevingswet heeft een veel breder bereik dan een bestemmingsplan nu. We gaan van ‘goede ruimtelijke ordening’ naar een ‘goede fysieke leefomgeving’ en een ‘evenwichtige toedeling van functies en locaties’.
Een opvallend verschil met het bestemmingsplan is dat het omgevingsplan regels gaat bevatten over de belasting door geluid, geur, trillingen en externe veiligheidsrisico’s door bedrijfsmatige activiteiten. Deze regels worden nu nog gesteld in het milieuspoor (omgevingsvergunning milieu en het activiteitenbesluit). Echter de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering 2009 gaat nog uit van de scheiding tussen het ruimtespoor en het milieuspoor en bevat geen planregels met concrete milieunormen.
Hoe past dit in het nieuwe stelsel? Ik geef hiervoor drie aanbevelingen:
1. Bijt je niet vast in de richtafstanden
De Staat van Bedrijfsactiviteiten uit de publicatie Bedrijven en milieuzonering bevat milieucategorieën met richtafstanden die bedoeld zijn als hulpmiddel bij de ruimtelijke ordening. In de praktijk wordt veel waarde toegekend aan die richtafstanden en vaak worden ze bij concrete ontwikkelingen heel exact toegepast, veel te exact wat mij betreft. Bovendien zijn veel activiteiten niet op de lijst vermeld. De toepassing van de lijst geeft in de praktijk dan ook heel veel ruis. In aanloop naar de Omgevingswet wordt de publicatie niet meer geactualiseerd. Dat is niet voor niets. De komst van de Omgevingswet vraagt namelijk meer dynamiek, flexibiliteit en afwegingsruimte dan de huidige handreiking milieuzonering mogelijk maakt. Milieuzonering nieuwe stijl biedt een alternatief waarbij een andere aanpak voor dezelfde opgave het uitgangspunt is. In mijn derde aanbeveling ga ik hier verder op in.
2. Betrek de omgevingsdienst in een vroeg stadium
In het nieuwe systeem van de Omgevingswet worden het ruimtespoor en het milieuspoor geïntegreerd. Bij de inpassing van een bedrijf moet je al veel eerder de milieuaspecten mee laten wegen. Mijn advies is om in een vroeg stadium de milieudienst te betrekken bij een vraag aan het gemeenteloket of en waar een bedrijf zich kan gaan vestigen. Sterker nog, ik denk dat dit gezien de veranderingen bijna onvermijdelijk is. Met wennen aan zo’n nieuwe opzet en nieuwe manier van werken kun je maar beter op tijd beginnen.
3. Maak gebruik van milieuzonering nieuwe stijl
Een nieuwe manier van werken ‘oefenen’ of vast voorzichtig uitproberen is een mooie aanbeveling, maar lastig als de organisatie nog helemaal niet is ingericht op de integratie van ruimtelijke ordening en milieu. De recente publicatie milieuzonering nieuwe stijl biedt goede houvast. De nieuwe publicatie neemt afscheid van de milieucategorieën en lijsten van bedrijfsactiviteiten en stuurt directer op milieueffecten. Een microbrouwerij bijvoorbeeld is daardoor veel makkelijker in te passen in stedelijk gemengd gebied. Met milieuzonering nieuwe stijl kun je je dus goed voorbereiden op de systeemwijziging die de Omgevingswet met zich brengt. Dit geldt in het bijzonder voor het altijd lastige vraagstuk van de planregeling voor bedrijven, temeer nu er onder de Omgevingswet sprake is van verdere integratie van ruimte en milieu.
Vergeet niet dat alle bestemmingsplannen die we nu hebben, van rechtswege onderdeel gaan uitmaken van het omgevingsplan. Vanaf 2021 moeten die plannen worden omgezet naar een definitief omgevingsplan. De ruis of wrijving die nu vaak bestaat met het systeem van milieucategorieën en richtafstanden per bedrijfstype, neem je dus ook mee in de nieuwe situatie. Wen alvast aan een nieuwe manier van werken en zet handig de hulpmiddelen in. Je zult jezelf vanaf 2021 dankbaar zijn voor deze oefenperiode.
Aanvullingen, opmerkingen en/of tips? Reageer hieronder of stuur een mail.
Geef een reactie